4. Installeren van de koelstofl eidingen
,
Fig. 4-3
5. Installatie van Draineerbuizen
Max. 20m
1.5-2m
Fig. 5-1
(mm)
11
25
25
25
Fig. 5-2
60
A
Koelvloeistofpijpen en isolatiema-
teriaal
B
Refrigerant pipe and
Bedekking leiding (groot)
insulating material
C
Bedekking leiding (klein)
Pipe cover (large)
D
Koelleiding (gas)
Pipe cover (small)
E
Koelleiding (vloeistof)
Refrigerant pipe (gas)
F
Band
Refrigerant pipe (liquid)
G
Dwarsdoorsnede van aansluiting
Band
H
Leiding
Cross-sectional view of connection
I
Isolatiemateriaal
Pipe
J
Knijpen
Insulating material
Squeeze
Max. 15cm
4.3. Binnenapparaat (Fig. 4-3)
Warmte-isolatie van koelleidingen:
1 Wikkel de bijgeleverde grote leidingisolatie rondom de gasleiding, en zorg dat
het einde van het isolatiemateriaal de zijkant van het apparaat raakt.
2 Wikkel de bijgeleverde kleine leidingisolatie rondom de vloeistofl eiding, en zorg
dat het einde van het isolatiemateriaal de zijkant van het apparaat raakt.
3 Zet deze isolatie vast met de bijgeleverde bevestigingsbandjes. (Zet de eerste
bandjes op 20 mm van de uiteinden.)
• Na het aansluiten van de koelstofl eidingen op de binnenunit, moet u de leidin-
gaansluitingen testen op gaslekken met behulp van stikstofgas. (Controleer of er
geen lekkage is in de koelstofl eidingen die naar de binnenunit lopen.)
4.4. Voor twee-/drievoudige combinatie
Raadpleeg de installatiehandleiding van het buitenapparaat.
5.1. Installatie van Draineerbuizen (Fig. 5-1)
• Gebruik VP25 (PVC-pijp, O.D. ø32) voor draineerbuizen en zorg voor een naar
beneden lopend verval van tenminste 1/100.
• Gebruik een lijm op polyvinylbasis voor de verbindingen van de leidingen.
• Zie de afbeelding voor het leidingenwerk.
• Gebruik de bijgeleverde afvoerslang om de aftakkingsrichting van de leiding te
veranderen.
1
Juist aangelegde leidingen
2
Onjuist aangelegde leidingen
A
Isolatie (tenminste 9 mm)
B
Naar beneden lopend verval (1/100 of meer)
Gegroepeerd leidingwerk (grouped piping)
D
PVC-pijp, O.D. ø32
E
Maak de bocht zo groot mogelijk
F
Binnenapparaat
G
Gebruik dikkere leidingen voor gegroepeerd
leidingwerk.
1. Sluit de aftapbus (meegeleverd met het apparaat) aan op de afvoeropening.
(Fig. 5-2)
(Bevestig de buis met behulp van PVC-plakband en zet deze stevig vast met be-
hulp van een band.)
2. Installeer een ter plaatse aangeschafte afvoerpijp (PVC-pijp, O.D. ø32)
(Bevestig de pijp met behulp van PVC-plakband en zet deze stevig vast met be-
hulp van een band.)
3. Isoleer de buis en de pijp (PVC-pijp, O.D. ø32 en aftapbus)
4. Controleer of de afvoer gelijkmatig stroomt.
5. Isoleer de afvoeropening met behulp van isolatiemateriaal en zet het materiaal
vervolgens stevig vast met een band. (Zowel het isolatiemateriaal als het band
zijn meegeleverd met het apparaat.)
A
Apparaat
B
Isolatiemateriaal
C
Band
D
Afvoeropening (transparant)
E
Insteekmarge
F
Overeenkomend
C
Ophangbeugel
K
Ontluchter
L
Verhoogd
M
Stankafsluiter
H
Naar beneden lopend verval (1/100 of meer)
I
PVC-pijp, O.D. ø38 voor gegroepeerd leiding-
werk. (met tenminste 9 mm isolatie erop)
J
Tot 85 cm
G
Afvoerpijp (PVC-pijp, O.D. ø32)
H
Isolatiemateriaal (ter plaatse aangeschaft)
I
Transparante PVC-pijp
J
PVC-pijp, O.D. ø32 (Helling van 1/100 of meer)
K
Aftapbus