• De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door
de fabrikant, in overeenstemming met de geldende veili-
gheidsvoorschriften en de instructies in deze handleiding.
• Stel het model van het apparaat vast. Het model staat aan-
gegeven op de verpakking en op het typeplaatje van het ap-
paraat.
• Installeer het apparaat alleen in vertrekken met voldoende
ventilatie.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
• Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
• Maak de gesatineerde buitenkant van roestvrij staal, het op-
pervlak van de bereidingsbakken en het oppervlak van de
kookplaten iedere dag schoon.
• Laat de inwendige delen van het apparaat minstens tweema-
al per jaar schoonmaken door een bevoegd technicus.
• Reinig het apparaat niet met directe waterstralen of stralen
met hoge druk.
• Gebruik geen bijtende producten om de vloer of het opper-
vlak onder het apparaat schoon te maken.
• Behuizing en vlamverdelers van de branders van de ko-
okplaat niet in de vaatwasmachine wassen.
3 VERWERKING TOT AFVAL VAN DE VERPAKKING
EN HET APPARAAT
3.1 VERPAKKING
De verpakking is gemaakt van milieuvriendelijke materialen.
De volgende onderdelen zijn vervaardigd van recyclebaar
kunststof:
• de transparante afdekking, de zakjes van de instructie-
handleiding en van de inspuiters (van polyethyleen - PE).
• de spansluitstrips (van polypropyleen - PP).
3.2 APPARAAT
Het apparaat bestaat voor meer dan 90% van zijn gewicht uit
recyclebare metalen materialen (roestvrij staal, gealumineerd
staal, koper... ).
Het apparaat moet worden afgevoerd in overeenstemming met
de geldende voorschriften.
• Niet achterlaten in het milieu.
• Maak het apparaat onbruikbaar voordat het wordt afgevoerd.
GEVAREN DIE TE WIJTEN ZIJN AAN HET LAWAAI
• Bij luchtgeluidsemissies is het A-gewogen geluidsdrukniveau
lager dan 70 dB (A).
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig door. Hierin vindt u be-
langrijke informatie over de veiligheid bij de installatie, het
gebruik en het onderhoud van het apparaat.
• De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door
de fabrikant, in overeenstemming met de geldende veili-
gheidsvoorschriften en de instructies in deze handleiding.
• Stel het model van het apparaat vast. Het model staat aan-
gegeven op de verpakking en op het typeplaatje van het ap-
paraat.
• Installeer het apparaat alleen in vertrekken met voldoende
ventilatie.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
• Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
4 TOEPASSELIJKE NORMEN EN WETTEN
Installeer het apparaat overeenkomstig de geldende veili-
gheidsnormen.
Installeer het apparaat overeenkomstig de geldende voor-
schriften.
5 UITPAKKEN
Controleer de conditie van de verpakking. Als deze zichtbaar
beschadigd is, moet de expediteur worden gevraagd om een
inspectie van de goederen.
• Verwijder de verpakking.
• Verwijder de beschermfolie van de binnen- en buitenpanelen.
Eventuele lijm die hierop achterblijft kunt u verwijderen met
een geschikt oplosmiddel.
6 PLAATSING
• De buitenafmetingen van het apparaat en de plaats van de
aansluitingen zijn aangegeven in het installatieschema aan
het begin van deze handleiding.
• Het apparaat kan afzonderlijk of in combinatie met andere
apparaten van dezelfde serie worden geïnstalleerd.
• Het apparaat is niet geschikt voor inbouw.
• Stel het apparaat op met een ruimte van minstens 10 cm tot
de wanden eromheen. Deze afstand mag kleiner zijn als de
wanden onbrandbaar zijn, of beschermd zijn door een ther-
mische isolatie.
• Zet het apparaat waterpas met de stelpootjes
• Als apparaten met een gewicht van minder dan 40 kg apart
worden geïnstalleerd, moeten ze worden bevestigd met de
speciale pootjes met flens.
6.1 MONTAGE VAN HET APPARAAT OP EEN BASIS, IN
BRUGOPSTELLING, VRIJHANGEND
Volg de instructies die worden gegeven bij het gebruikte type
ondersteuning.
6.2 BEVESTIGING VAN HET APPARAAT AAN DE VLOER
Zet afzonderlijk geïnstalleerde apparaten met een breedte van
40 cm vast aan de vloer. Gebruik de speciale pootjes met flens.
6.3 VERBINDING VAN APPARATEN
• Demonteer de bedieningspanelen ( A ).
• Verwijder de bevestigingsschroef die het dichtst bij het be-
dieningspaneel zit van elk van de zijkanten die met elkaar
verbonden moeten worden( B ).
• Zet de apparaten tegen elkaar en zet hen waterpas zodat de
werkbladen ( C ) op elkaar aansluiten.
• Breng het (meegeleverde) verbindingsplaatje aan in de
behuizing in de zijkant van de bladen. Verbind de apparaten
met elkaar door de (meegeleverde) schroeven M5 met vlak-
ke kop in het verbindingsplaatje ( D ) te schroeven.
• Draai één van de plaatjes aan de binnenkant van de appa-
raten die met elkaar verbonden moeten worden ( E ) 180°.
3