Display
Functie
L2
Loop 2
Als deze parameter wordt geactiveerd, heeft
de loop die eventueel op de ingang Loop2
is aangesloten de functie SAFETY/CLOSE.
Y
Loop 2 actief
no
Loop 2 niet actief
(zie opmerking bij Loop 1)
S 1
Gevoeligheid Loop 1
Regelt de gevoeligheid van de detectielus
voor voertuigen
00
Minimale gevoeligheid
1 0
Maximale gevoeligheid
S2
Gevoeligheid Loop 2
Regelt de gevoeligheid van de detectielus
voor voertuigen
00
Minimale gevoeligheid
1 0
Maximale gevoeligheid
M t
Beweging motor
Met de door deze parameter verstrekte
functie kan de staaf van de slagboom met
de hand worden bewogen, met de functie
dead man. Als op toets + wordt gedrukt,
gaat het automatisch systeem open, als op
toets - wordt gedrukt, gaat het automatisch
systeem dicht.
oP
drukken op +, openen
cL
drukken op -, sluiten
St
STATUS VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM:
Hiermee kan worden gekozen of bij het verlaten van
de programmering de gegevens al dan niet worden
opgeslagen.
Y
= verlaten met opslag gegevens
no
= verlaten zonder opslag gegevens
Bij het verlaten van de programmering wordt als op toets
F wordt gedrukt weer de status van het automatisch
systeem weergegeven:
00
Boom gesloten
0 1
Boom open
02
Stilstand klaar om te openen
03
Stilstand klaar om te sluiten
04
Automatisch systeem in pauze
05
Gaat open
06
Gaat dicht
07
Failsafe in gang
08
Controle 2EASY-voorzieningen in gang
09
Voorknipperen en vervolgens GAAT OPEN
10
Voorknipperen en vervolgens GAAT DICHT
1 1
Openen in NOODGEVALLEN
Toegang tot de functie St is mogelijk door de
knoppen F en - tegelijk in te drukken.
De weergave van de status van het automatisch systeem
St
Default
is van fundamenteel belang voor de installatie-/
onderhoudstechnicus om de logische processen die de kaart
no
tijdens de bewegingen gebruikt te begrijpen.
Als het automatisch systeem zich bijvoorbeeld in de status
GESLOTEN bevindt, MOET
het commando OPEN wordt gegeven, geeft het display
weer als het voorknipperen is geactiveerd, of meteen
(de OPENINGsbeweging), en vervolgens
05
doorgang OPEN is.
Voorbeeld van een statusreeks die op het display wordt weergegeven,
te beginnen met de gesloten slagboom
05
--
00
Boomgesloten
0 1
Boom open /
04
Pauze
In de reeks wordt de status
respectievelijk de voorknipperfunctie bij het openen en bij het
sluiten, niet weergegeven.
5.2 Wijziging van de set vooringestelde parameters
De kaart E680 heeft zes vooringestelde configuratiesets waarmee hij
snel aan de maat van de geïnstalleerde boom kan worden aangepast;
deze sets vormen een basis waarvan de parameters eventueel nader
kunnen worden afgesteld. Om een van de beschikbare configuraties
te kiezen, moet de vooringestelde waarde
dF
parameter
worden gewijzigd in de waarde die met de configuratie
van de slagboom overeenkomt (lengte van de boom, type en soort
geïnstalleerde accessoires) zoals aangegeven in Tabel 4 of Tabel 5
op pagina 24 (bijvoorbeeld, kies de defaultwaarde
boom met een lengte van 5 meter met steunpaal en verlichting).
Om de preconfiguratie te beëindigen moet het menu van de
Basisconfiguratie worden verlaten door op toets "F" te drukken tot
St
de parameter
10
00
. zijn weergegeven. Zodra
05
Gaat open
06
Gaat dicht
09
10
en
, die overeenkomt met
00
(neutrale stand) van de
verschijnt, of op "F" en toets "-" worden gedrukt.
09
05
0 1
zodra de
04
voor een