Bediening
Elektronische Digitale Regeling
2
3
5
7
8
Alleen bij
gasovens
Figure 16
BEDRIJF
NOTE: Bediening mag alleen geschieden door
bevoegd personeel.
1. Draai de gasklep open. (Alleen gasovens)
2. Doe de ovendeur dicht.
3. Draai de KEUZE-schakelaar (1) naar de ge-
wenste bakstand.
De ventilator gaat draaien en de temperatuur-
regelaar gaat aan.
1
4. Druk op de TEMP---toets (4) en draai de
instelknop naar de gewenste temperatuur.
De brander ontsteekt of de elementen gaan
aan. Het lampje HEAT (VERWARMING) (2) op
het bedieningspaneel wordt verlicht.
Als bij het starten van een gasoven de brander
niet binnen een paar seconden ontsteekt,
gaat het waarschuwingslampje RESET (7)
aan. Druk op de RESET---schakelaar (8) om
de brander opnieuw te starten.
Het lampje HEAT (VERWARMING) (2) gaat uit
wanneer de oven op temperatuur is.
NOTE: Als de oven na een paar keer proberen
Koken met pulsen:
4
NOTE: Stel de pulstijd in voordat het product in de
6
1. Druk op de PULSE ---TOETS (pulstoets) (6).
2. Draai de DIAL (draaischijf) (3) om de pulstijd
in te voeren. De pulstijd is een onderdeel van
de kooktijd.
Koken en houden:
NOTE: Stel de houdtijd in voordat het product in
1. Druk op de HOLD ---TOETS (houdtoets) (5).
2. Draai de DIAL (draaischijf) (3) om de houdtijd
in te voeren.
Afkoelen
1. De ovendeur openen.
2. De KEUZE ---schakelaar (1) naar COOL
DOWN (afkoelen) draaien.
Uitschakelen
1. Draai de KEUZE ---schakelaar (1) naar OFF
(UIT).
2. Doe de gasklep (9) dicht. (Alleen bij gaso-
vens.)
56
nog niet start, moet u contact opnemen
met een bevoegde installateur.
oven wordt geplaatst.
de oven wordt geplaatst.