De installatie en het ombouwen naar een ander
gastype van de apparatuur dienen te worden
verricht door gekwalificeerd en door de fabrikant
erkend
personeel,
conform
veiligheidsnormen en de aanwijzingen van deze
handleiding.
De onderhoud en het ombouwen naar een ander
gastype van de apparatuur dienen te worden
verricht door gekwalificeerd en door de fabrikant
erkend
personeel,
conform
veiligheidsnormen en de aanwijzingen van deze
handleiding.
Sluit de ventilatieopeningen en de afvoeropeningen
van de apparatuur niet af.
Maak de componenten van de apparatuur niet
onklaar.
4. REFERENTIENORMEN EN -WETTEN
Installeer
de
apparatuur
veiligheidsnormen die in het land van kracht zijn.
5. UITPAKKEN
Controleer de staat van de verpakking. Laat de
goederen door de expediteur controleren als
duidelijke schade zichtbaar is.
Verwijder de verpakking.
Verwijder de beschermfolie van de externe
panelen. Verwijder eventuele lijmresten met een
geschikt oplosmiddel.
6. PLAATSING
Het installatieschema voorin deze handleiding bevat
de buitenafmeting van de apparatuur en de positie
van de aansluitingen.
De apparatuur kan apart of samen met andere
apparatuur uit hetzelfde assortiment worden
geïnstalleerd.
De apparatuur kan niet worden ingebouwd.
Plaats de apparatuur altijd minstens 10 cm bij
omringende wanden vandaan.
De wanden, scheidingswanden, keukenkasten,
sierelementen enz. waar het apparaat in de buurt
wordt
geplaatst,
moeten
materialen zijn gemaakt.
Als het tegendeel waar is moeten ze worden
bekleed met passend onbrandbaar, thermisch
isolerend materiaal.
de
toepasselijke
de
toepasselijke
conform
de
van
onbrandbare
69
Plaats de apparatuur waterpas met behulp van de
stelpootjes.
MONTAGE VAN DE APPARATUUR OP HET
ONDERSTEL, OP EEN BRUG, OVERHANGEND
Volg de aanwijzingen die met her gebruikte type
steun worden geleverd.
BEVESTIGING VAN DE APPARATUUR AAN DE
GROND
Verifieer of de machine aan de grond of het
steunblad
moet
worden
vrijstaand wordt geïnstalleerd. (TAB 5)
Bevestig de apparatuur aan de grond met behulp
van de specifieke geflensde pootjes of de specifieke
beugels.
Raadpleeg de tabellen met de technische gegevens
achterin de handleiding en het deel met de
afbeelding voor specifieke modellen.
ONDERLINGE VERBINDING APPARATUUR
Demonteer de bedieningspanelen (A).
Verwijder de schroef van de te verbinden zijkanten
(B) die het dichtst in de buurt van het
instrumentenpaneel is geplaatst.
Plaats de apparaten naast elkaar en plaats ze
waterpas zodat de vlakken op dezelfde hoogte zijn
geplaatst. (C)
Breng het (meegeleverde) verbindingsplaatje aan
op zijn plaats naast de niveaus. Verbind de
apparatuur onderling door de (meegeleverde)
platte M5-schroeven op het verbindingsplaatje aan
te draaien. (D)
Draai een van de twee plaatjes in de onderling te
verbinden apparatuur 180° (E).
Verbind de apparatuur onderling door de schroef
M5x40 op het element (E) vast te draaien.
ROOKAFVOERSYSTEEM
Leg de rookafvoer aan volgens het " type"
apparatuur. Op het typeplaatje is het type
apparatuur aangegeven.
APPARATUUR TYPE "A1"
Plaats de apparatuur type " A1 " onder een
afzuigkap om het afzuigen van de rook en de
dampen te waarborgen.
verankerd
als
het