Toerentalonafhankelijke / toerentalafhankelijke werking
(wielrenergometer)
Toerentalonafhankelijke werking
De ERGORACER werkt in het begin altijd toerentalonafhankeli-
jk. De gebruiker kan alleen tijdens de training met de "SET"-
toets van toerentalonafhankelijke naar toerentalafhankelijke wer-
king wisselen. Worden beide pijlen getoond, is de toerentalaf-
hankelijke werking gekozen. Door opnieuw indrukken van de
"SET"-toets schakelt hij weer naar toerentalonafhankelijke wer-
king. Wordt de training onderbroken, schakelt de computer
automatisch naar de toerentalonafhankelijke werking terug.
Het vermogen is in de toerentalafhankelijke werking naar boven
en naar onderen niet begrenst. Wordt bij een vermogen boven
600 W terug naar de toerentalafhankelijke werking gescha-
keld, wordt de vermogenweergave op 600 W gezet en het
remmoment overeenstemmend gewijzigd. Wordt bij een vermo-
genweergave onder 25 W terug naar de toerentalonafhankeli-
jke werking geschakeld, wordt het vermogen op 25 W gezet
en het remmoment gewijzigd.
Toerentalafhankelijke werking (count up, countdown)
De toerentalafhankelijke werking is alleen tijdens de training
beschikbaar. Wordt naar de toerentalafhankelijke werking
omgeschakeld, blijft het remmoment constant. Het weergegeven
vermogen wijzigt niet, totdat het aantal pedaalomwentelingen
gewijzigd wordt. Bij een toerentalwijziging wordt uit het (con-
stante) remmoment en het actuele toerental het momentele ver-
mogen berekend en weergegeven. Is het in de toerentalonaf-
hankelijke werking weergegeven vermogen niet instelbaar (pijl-
symbolen zijn zichtbaar) wordt op dat moment de omschakeling
van het daadwerkelijke vermogen weergegeven. Het vermogen
kan met behulp van de "+" en "-" toetsen of met behulp van het
toerental gewijzigd worden.
Tijdens de training wordt met de "+" of "-" toets het weergege-
ven vermogen in 5 W (resp. 25 W) stappen verhoogd of ver-
laagd. Daarbij wordt het actuele vermogen als maatstaf geno-
men. Het nieuwe remmoment wordt berekend en ingesteld.
Daarna wordt het remmoment constant gehouden en de vermo-
genweergave, bij wijzigend toerental, zoals hierboven beschre-
ven opnieuw berekend.
Een wijziging van het ergometervermogen met behulp van de
"+" en "-" toetsen is alleen in het bereik van 25 W tot 600 W
mogelijk. Wordt een toets buiten dit bereik ingedrukt, springt
het veld op de volgende mogelijke waarde binnen de vastge-
legde grenzen en het remmoment wordt overeenstemmend aan-
gepast.
Energie (real.)
Berekent de energieomzetting van het lichaam met een rende-
ment van 25 % voor het opbrengen van mechanisch vermogen.
De overige 75 % zet het lichaam om in warmte.
Vetverbrandingspolsslag
Berekende waarde van: 65% max. polsslag
Fitnesspolsslag
Berekende waarde van: 75% max. polsslag
Woordenlijst
Een verzameling van toelichtingpogingen.
HI-Symbool
Verschijnt "HI" is een doelpolsslag met 11 slagen te hoog.
Knippert HI is de maximale polsslag overschreden.
LO-Symbool
Verschijnt "LO" is een doelpolsslag 11 slagen te laag.
Manueel –
Berekende waarde van: 40 – 90% max. polsslag
Max. polsslag
Berekende waarde uit 220 min leeftijd.
Menu
Velden waarin waardes ingevoerd of gekozen moeten worden.
Power
Actuele waarde van het mechanische (rem)vermogen in Watt,
die het apparaat in warmte omzet.
Profiel
In het puntenveld weergegeven wijzigingen van vermogen via
tijd of afstand.
Programma's
Trainingsmogelijkheden die manueel of van het programma
afhankelijke vermogens of doelpolsslagen oproepen.
Percentageschaal
Vergelijkingsweergave tussen actueel vermogen en max-power
(400 Watt).
Puntenveld
Weergaveveld met 30 x 16 punten voor het weergeven van ver-
mogenprofielen en tekst- en waardeweergaves.
Polsslag
Meten van de hartslag per minuut.
Recovery
Herstelpolsmeting bij trainingseinde. Uit begin- en eindpolsslag
van één minuut wordt het verschil en een conditiecijfer
berekend. Bij gelijke training is de verbetering van dit cijfer een
teken dat uw conditie verbetert.
Reset
Wissen van de velden en nieuwe start van de computer.
PC-interface
9-polige SUB-D bus (RS232 / serieel) voor gegevensuitwisseling
met een PC.
Aansturing
De computer regelt het vermogen of de polsslag aan de hand
van manueel ingevoerde of geprogrammeerde waardes.
Doelpolsslag
Manueel of van het programma afhankelijke polsslagwaarde,
die bereikt dient te worden.
65
NL