Apparaat Uitschakelen/Onderhoud - Leister UNIROOF AT Instrucciones De Funcionamiento

12.4 Apparaat starten
• Als de werkomgeving en de heteluchtlasautomaat overeenkomstig de beschrijving is voorbereid, sluit u de hete-
luchtlasautomaat aan op de netspanning.
• Schakel de heteluchtlasautomaat met hoofdschakelaar(19) aan.
• Leg de lasparameters aandrijving, luchttemperatuur en luchthoeveelheid op de betreffende potentiometer (30,
33 ,36) vast.
• Schakel nu de verwarming aan [Sneltoets verwarming (35)].
12.5 Lasproces
Lasproces voorbereiden
• Let erop dat de lastemperatuur is bereikt voordat u met de werkzaamheden begint. De opwarmtijd bedraagt 3-5
minuten.
• Maak proeflassen overeenkomstig de lashandleiding van de fabrikant van het materiaal en/of lokale normen of
richtlijnen, en controleer het resultaat. Pas eventueel het lasprofiel aan.
Beginnen met lassen
• Trek aan de hendel vergrendeling heteluchtventilator (15), laat de heteluchtventilator (10) zakken en begeleid
het lasmondstuk (9) tussen de overlappende stroken tot tegen de aanslag.
• De aandrijfmotor start automatisch zodra de heteluchtventilator (10) is vergrendeld.
Apparaat tijdens het lasproces rijden
• Rijdt de heteluchtlasautomaat met geleidingsstang (22, 24) of met draaggreep (5) langs de
overlapping, let hierbij steeds op de positie van de spoorgeleidingsrol (16).
• Voorkom druk op geleidingsstang (22, 24) tijdens het lasproces, omdat dit
lasfouten kan veroorzaken.
12.6 Lassen beëindigen
• Trek na het lassen aan de hendel vergrendeling heteluchtventilator (15), rijd de heteluchtventilator (10) uit
tot tegen de aanslag en kantel deze tot het vergrendelingspunt omhoog.
• Kantel vervolgens de spoorgeleidingsrol (16) naar boven.

12.7 Apparaat uitschakelen/onderhoud

• Schakel de verwarming uit met de sneltoets verwarming (35), zodat het lasmondstuk (9) afkoelt.
• Schakel dan het apparaat met hoofdschakelaar (19) uit, trek netsnoer (1) uit het stopcontact.
• Wacht tot het apparaat is afgekoeld!
• Controleer of netsnoer (1) en de stekker op elektrische en/of mechanische beschadiging.
• Reinig het lasmondstuk (9) met een draadborstel.
111