NEDERLANDS
Fase 2 – hoog laadvermogen
Kan snel opladen door de levering van uitsluitend
gelijkspanningsstroom van maximaal 80% van het
vermogen van de accu.
Fase 3 – absorptie
Zorgt ervoor dat de accu niet teveel wordt opgeladen door
geleidelijk opladen van de accu tot 100% van het vermogen.
Fase 4 – vlotterstand
Houdt de accu altijd volledig geladen zodat hij steeds klaar
is voor gebruik.
Bedieningspaneel
De volgende symbolen zijn op het apparaat aangegeven:
Smart charge (fig. A)
Analyseert automatisch de accu en kiest de beste
laadsnelheid voor het type accu, het formaat en
ontladingsniveau.
Oplaadtijden bij benadering
De oplaadsnelheid wordt automatisch aangepast naarmate
de accu opgeladen raakt en het opladen stopt als de accu
volledig opgeladen is. Het opladen van deep-cycle accu's
kan langer duren.
Raadpleeg de volgende tabel om de benodigde tijd voor het
opladen van een accu te schatten:
20Au
60Au
180Ah 360Au 450Ah 560Au
10 A 1,06 u
3,20 u
10,00 u
***
***
Opmerking: Deze tabel is slechts bedoeld als indicatie. Let
erop dat deze tijden kunnen verschillen afhankelijk van de
gesteldheid van de accu en de omgevingstoestand waarin
de accu wordt opgeladen.
Opmerking: Bovengenoemde tijden zijn bij benadering en
hebben betrekking op een accu die voor 50% is geladen. De
accuoplaadtijden variëren afhankelijk van het formaat, de
ouderdom en de staat waarin het apparaat zich bevindt.
Controle van de wisselstroomdynamo (fig. B)
Een niet goed functionerende wisselstroomdynamo is
mogelijk de verborgen oorzaak van een lege accu.
38
Smart charge
Controle van
wisselstroomdynamo
***
Waarschuwing! Controleer alleen 12 V-
gelijkspanningssystemen.
Deel 1 (onbelast)
Zorg ervoor dat de wisselstroomdynamo onbelast is
door alle toebehoren van het voertuig uit te schakelen.
De accu dient volledig geladen te zijn voordat de
wisselstroomdynamo kan worden gecontroleerd.
Laat de motor 3 minuten lang stationair draaien en
controleer of de spanning onbelast is.
Kies met de functiebedieningsknop (3) Controle van de
Wisselstroomdynamo (fig. C) voordat de klemmen op
de accu worden aangesloten, de display toont
WISSELSTROOMDYNAMO ANALYSEREN nadat de
klemmen zijn aangebracht.
Zodra het apparaat de controle heeft afgerond, toont de
display WISSELSTROOMDYNAMO IN ORDE en gaat
het groene LED-lampje branden om aan te geven dat
de wisselstroomdynamo in orde is, of
WISSELSTROOMDYNAMO NIET IN ORDE of MOTOR
DRAAIT NIET, en het rode LED-lampje gaat branden
om aan te geven dat de wisselstroomdynamo zich
buiten het normale spanningsbereik bevindt.
Deel 2 (belast)
Laad de wisselstroomdynamo door zoveel mogelijk
toebehoren in te schakelen behalve die voor de
airconditioning en ontdooien.
Zodra het apparaat de controle heeft afgerond, toont de
display WISSELSTROOMDYNAMO IN ORDE en gaat
het groene LED-lampje branden om aan te geven dat
de wisselstroomdynamo in orde is, of
WISSELSTROOMDYNAMO NIET IN ORDE of MOTOR
DRAAIT NIET, en het rode LED-lampje gaat branden
om aan te geven dat de wisselstroomdynamo zich
buiten het normale spanningsbereik bevindt.
Als uit de eerste controle van de wisselstroomdynamo blijkt
dat deze in orde is en als uit de tweede controle blijkt dat
deze niet in orde is, kan het probleem een van de volgende
oorzaken hebben:
Slappe ventilatorriemen.
Een diode die af en toe niet goed functioneert.
Slechte verbindingen tussen de accu en de
wisselstroomdynamo en/of aarde.
Opmerking: De display toont WISSELSTROOMDYNAMO
NIET IN ORDE of MOTOR DRAAIT NIET indien extra
belasting van toebehoren aan het laadsysteem is
toegevoegd, waarbij steeds meer stroom van de
wisselstroomdynamo wordt verlangd. Zorg ervoor dat de
wisselstroomdynamo de toepassing ondersteunt.