3. Installeer de inlaatslang met zeef in de hoofdstroom van de bron waaruit monsters moeten
worden genomen, waar het water in beweging en dus goed vermengd is. Raadpleeg
Afbeelding
9.
• Zorg ervoor dat de inlaatslang zo kort mogelijk is. Raadpleeg
de minimale lengte voor inlaatslangen.
• Maak de helling van de inlaatslang zo steil mogelijk, zodat de slang tussen monsternames
geheel kan leeglopen.
Opmerking: Als een verticale helling van de inlaatslang niet mogelijk is of als de slang onder druk staat, stel
dan de vloeistofsensor buiten werking. Kalibreer het monstervolume handmatig.
• Controleer of de inlaatslang niet wordt afgekneld.
Afbeelding 7 Slangaansluitingen—standaard vloeistofsensor
188 Nederlands
Specificaties
op pagina 177 voor