1. VOORWOORD
De installatie, de bediening en het onderhoud van de motor moet altijd worden uitgevoerd door
opgeleid personeel met behulp van geschikte gereedschappen en werkwijzen en volgens de
richtlijnen vervat in de documenten die met de motor worden geleverd.
De instructies in dit document zijn geldig voor WEG-motoren met de volgende kenmerken:
Driefasige en monofasische inductiemotoren (met kooirotor);
J
J
Driefasige motoren met permanente magneten;
J
J
Driefasige hybride motoren (met kooirotor + permanente magneten).
J
J
Het doel van deze handleiding is het verschaffen van belangrijke informatie die gevolgd moeten worden tijdens
het transport, opslag, installatie, bediening en onderhoud van WEG-motoren. Om deze reden adviseren wij het
aandachtig lezen van de hierin opgenomen instructies alvorens enige interventie in de motor. Het niet opvolgen
van de instructies in deze handleiding en de overige instructies waarnaar wordt verwezen op de site www.weg.
net volgen annuleert de garantie op het product en kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel en schade.
Elektrische motoren bevatten geladen circuits en draaiende blootgestelde componenten die
schadelijk kunnen zijn voor mensen.
2. VERVOER, OPSLAG EN HANDELING
Controleer de conditie van de motor bij ontvangst. Indien er schaden worden geconstateerd,
dient dit schriftelijk te worden vastgelegd bij de vervoerder, en onmiddellijk medegedeeld aan de
verzekeringsmaatschappij en aan WEG. In dit geval moet geen installatiewerk worden begonnen voordat het
probleem wordt opgelost.
De informatie op het typeplaatje moet overeenkomen met de factuur van het product en de
omgevingsomstandigheden van de werkplaats waar de motor zal worden geïnstalleerd. Indien de motor niet
onmiddellijk wordt geïnstalleerd, raden wij u aan de motor te bewaren in een schone en droge plaats vrij van stof,
trillingen en agressieve chemicaliën en met een relatieve vochtigheid van niet meer dan 60%.
Om watercondensatie in de motor tijdens de opslag te voorkomen, is het raadzaam om de
verwarmingsweerstand aangeschakeld te houden (indien beschikbaar). Om oxidatie van de lagers te voorkomen
en een gelijkmatige verdeling van het smeermiddel te garanderen, moet de motoras ten minste eenmaal per
maand (met ten minste 5 ronden) worden gedraaid en altijd op een verschillende positie bewaard. Voor lagers
met een smeersysteem van het oil mist type, moet de motor horizontaal worden opgeslagen met ISO VG 68 olie
in het lager, op de hoeveelheid vermeld in de handleiding (beschikbaar op de website), en de as moet wekelijks
worden gedraaid. Als motoren met open lagers langer dan zes maanden worden opgeslagen, moeten de lagers
worden gesmeerd, met de hoeveelheid vet op het typeplaatje, vóór de inbedrijfstelling van de motor. Indien de
motoren voor meer dan twee jaar worden opgeslagen, is het aanbevolen om de lagers te vervangen, of ze te
verwijderen, te wassen, te inspecteren en opnieuw te smeren vóór de inbedrijfstelling. Na deze opslagperiode
is het ook aanbevolen dat startcondensatoren vervangen worden vanwege het eventueel verliezen van hun
operationele kenmerken.
Alle behandelingen van de motor moeten op een zachte wijze worden uitgevoerd om
schokken en beschadiging van de lagers te voorkomen en met de transport bescherming
/ asvergrendeling (indien meegeleverd) altijd geïnstalleerd
Hijs de motor altijd bij de hijsogen op die slechts voor het gewicht van de motor zijn
geschikt en die nooit moeten worden gebruikt om extra gekoppelde ladingen te hijsen. De
hijsogen van componenten zoals aansluitdoos, dekking, baffle, enz. mogen alleen worden gebruikt
om deze onderdelen te behandelen als zij gedemonteerd worden. Bij motoren met afneembare
voet (multimounting motors), moet de hijsogen worden geplaatst volgens de motor montage
positie, zodat de opheffing hoek verticaal is uitgelijnd (tillen bij 0°). Aanvullende informatie over de
maximale hoeken voor het ophijsen zijn opgenomen in de algemene handleiding op de website.
De isolatieweerstand van de motor moet periodiek worden gemeten en tevens voordat het voor de eerste keer
wordt geladen. Controleer de aanbevolen waarden en metingprocedures op de site.
3. INSTALLATIE
Tijdens de installatie moeten de motoren worden beschermd tegen een ongewild starten.
Start de motor los van de lading om de draairichting te controleren.
NEDERLANDSE
Elektrische Motoren Van Lage en Hoge Spanning | 29
Low and High Voltage Electric Motors | 29