3 BaTTerIjeN plaaTSeN
3E Draai daarna de drie bevestigingsschroeven los.
3F Nu kan de opbouw met het waterkanon worden weggenomen.
3G De opbouw is voorzien van een afdichtrubber. Verwijder dit voorzichtig.
3H Verbind daarna de stekker van de voertuigaccu met de aansluiting van het model.
Gebruik hierbij geen geweld en zorg ervoor dat de juiste polen met elkaar worden
verbonden.
3I Let er bij het aanbrengen van de afdichting op, dat deze al in de juiste positie op
het model ligt.
3J Breng nu de opbouw weer aan op het model. Steek het lipje in de uitsparing en
draai de drie schroeven weer handvast aan.
4 STarTvoorBereIdINg
Voordat het voertuig voor het eerst wordt ingeschakeld, moet de transportbeveiliging
worden verwijderd (4A) en de antenne met de klok mee in de zender worden
gedraaid (4B). Inschakelen: zet de schakelaar aan de achterzijde van de zender op
"ON" (4C). Zet daarna de schakelaar aan de onderzijde van het model (4D) op "ON".
Deze schakelaar is voorzien van een waterdichte afdichting, daardoor moet hij stevig
worden ingedrukt.
Schakel bij het uitschakelen altijd eerst de voertuig uit (zie ook 4D) en daarna pas de
zender (zie ook 4C)! Anders kan er onbedoeld een rijcommando worden gegeven,
waardoor het voertuig vanzelf gaat rijden en aanzienlijke schade kan ontstaan.
5 BeSTurINg vaN heT voerTuIg
Het voertuig wordt zowel rijdend als varend op dezelfde wijze bestuurd. Als de wielen
worden ingeklapt, worden automatisch de aandrijfschroeven aan de achterzijde inge-
schakeld.
5A
Druk beide gashendels - de buitenste
besturingspads links en rechts op de
zender - gelijktijdig naar voren om te
starten en vooruit te rijden. Laat de
linkerpad even los om een bocht naar
links te maken.
5C
Druk de knop linksboven op de zender in
om de wielen in of uit te klappen. Houd
de knop ingedrukt tot de wielen in de
gewenste eindstand staan.
26
5B
Druk de linker en rechter besturingspad
op de zender gelijktijdig naar beneden
om achteruit te rijden. Ook tijdens het
achteruitrijden kan een bocht worden
gemaakt door een van de pads even los
te laten.
5D
Met de knop rechtsboven op de zender
wordt het waterkanon geactiveerd.
6 ladeN vaN de voerTuIgaCCu
Let op: neem steeds de betreffende aanwijzingen in de handleiding in acht wanneer
u de bootaccu oplaadt. Na het varen moeten de accu en motoren steeds 15 tot 30
minuten afkoelen voordat de accu wordt opgeladen, anders kan deze beschadigd
raken. Houd steeds toezicht bij het laden. Laad de accu steeds op op een vuurvaste
ondergrond en in een brandveilige omgeving.
6A Steek eerst de lader in een stopcontact om de voertuigaccu op te laden.
6B Verbind nu de accu met de lader. Tijdens het laden brandt de rode led aan de
bovenzijde van de lader. Het opladen duurt ongeveer 3 uur. De accu is vol wanneer
de rode led op de lader uitgaat of de accu warm wordt.
6C Onderbreek het laden onmiddellijk wanneer de accu vol is of warm of zelfs heet
wordt. Ontkoppel de accu van de lader en trek deze uit het stopcontact.
Na een laadtijd van ca. 3 uur kan het amfibievoertuig ongeveer 5 à 10 minuten varen.
7 vulleN vaN de WaTerTaNk
7A Direct achter het waterkanon is een watertank ondergebracht. Om deze te vullen opent
u de sluiting aan de achterzijde door deze tegen de klok in te draaien.
7B Houd het model verticaal en laat voorzichtig water in de tank lopen. De tank mag
alleen met water worden gevuld, door andere vloeistoffen raakt de pomp onherst-
elbaar beschadigd.
7C Bij het model wordt ook een slang geleverd. Deze wordt in plaats van de afsluitdop
achter het waterkanon geschroefd Nu wordt het waterkanon tijdens het varen
rechtstreeks van water voorzien.
27