Qlima P528 Instrucciones De Uso página 19

3. Selecteer het AC-toestel met de naam "Smartlife-XXX" bij de WLAN-instelling en keer terug naar de APP-
interface. De APP zal de koppeling automatisch uitvoeren. (F.12)
4. Nadat het koppelen gelukt is zal de pagina de melding weergeven zoals hieronder getoond wordt.
5. Als de koppeling mislukt is zal de APP dit melden. Druk op "Opnieuw proberen" om het opnieuw te proberen.
(F.13)
5.1 BEDIENING AIRCONDITIONER
1. Klik op de naam van de airconditioner om deze in te geven in de bedieningsinterface. AAN/UIT zetten. De
insteltemperatuur aanpassen. *Bij een App-update is er mogelijk een afwijking tussen de actuele items en de
beschrijving in de handleiding, dit zonder voorafgaande kennisgeving. (F.14)
2. De verschillende bedrijfsmodi aanpassen, Cool, Heat, Dry, Fan, Auto-modus. Klik op de toets "Modus" en kies de
bedrijfsmodus van uw keuze. Voor sommige eenheden die enkel koelen is de heat-modus niet nuttig. Voor de Dry-
modus kan, tijdens de eerste 3 minuten, het APP-temperatuurdisplay licht verschillen van het display op de eenheid.
Dit wordt veroorzaakt door de snelle temperatuurswijziging. (F.15)
3. Klik op de toets "Ventilator" en kies een andere ventilatorsnelheid, Low, Med, High, Auto. (F.16)
4. Een andere functieregeling kan geselecteerd worden door middel van de "Functie" toets, Sleep. In Sleep-modus wordt
de snelheid van de ventilator vastgezet op traag. (F.17)
5. De timerfunctie instellen. Klik op de toets "Timer" en de APP zal de interface voor het instellen van de timer openen.
Het voordien ingestelde programma zal weergegeven worden. U kunt langdurig drukken om te bewerken of een nieuw
programma opmaken via de toets "Timer toevoegen". (F.18)
6. Klik op de toets "AAN" of "UIT" om de timer in te stellen op AAN of UIT. U kunt het uur, de minuten, bedrijfsmodus,
ventilatorsnelheid, werkingstemperatuur en de weektimer instellen. Klik na het instellen op de toets om te annuleren of
te bevestigen. (F.19)
7. Meer instellingen. Vanuit de rechter bovenhoek kunt u meer functies instellen, zoals Toestelnaam wijzigen, Toestel
delen, Toetstelinformatie, Feedback, Controleren op firmware update, Toestel verwijderen, Fabrieksinstellingen
terugzetten. (F.20)
8. Profiel. U kunt uw persoonlijke informatie beheren. (F.21) Deze bevat:
a. Accountinformatie.
b. QR-code scannen: Ontwikkelaars konden een voorbeeld van de bedieningsinterface bekijken.
c. Toestel delen: Geeft de informatie weer aan de gebruikers om het toestel te delen.
d. Berichtencentrum: Geeft alle berichten weer die door het systeem naar de gebruikers verstuurd worden.
e. Feedback: Waar gebruikers hun feedback online kunnen meedelen.
f. Over: Geeft informatie over de huidige App-versie weer.
9. Ontgrendelpatroon. Tik op "Ontgrendelpatroon" om het ontgrendelpatroon van uw App in te stellen. Nadat het
geactiveerd is moet u het patroon vormen om de App te ontgrendelen. (F.22)
6 PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
De configuratie van de
airconditioner kan niet
voltooid worden
De airconditioner kan niet
bediend worden met het
mobiele toestel
Het mobiele toestel kan de
airconditioner niet vinden
Oplossing
1. Controleer of het mobiele toestel verbonden met het Wi-Fi adres en het
wachtwoord juist is.
2. Controleer de airconditioner onder configuratiestatus.
3. Zijn er firewall-beperkingen of andere beperkingen al dan niet ingesteld.
4. Controleer of de router normaal werkt.
5. Verzeker dat de airconditioner, de router en het mobiele toestel zich binnen het
signaalbereik bevinden.
6. Controleer of de router de App afschermt of niet.
De software geeft weer: Identificatie mislukt.
Het betekent dat de airconditioner gereset werd en de mobiele telefoon niet langer de
toelating voor bediening heeft. U moet verbinding maken via Wi-Fi om opnieuw
toelating te verkrijgen. Maak verbinding met het lokale netwerk en vernieuw het. Als
dit niet lukt, verwijder de airconditioner dan en wacht op het vernieuwen.
De software geeft weer: Airconditioner offline. Controleer de werking van het netwerk.
1. De airconditioner werd opnieuw geconfigureerd.
2. De airconditioner krijgt geen voeding.
3. De router krijgt geen voeding.
4. De airconditioner kan geen verbinding maken met de router.
5. De airconditioner kan geen verbinding maken met het netwerk via de router (in
de modus bediening vanop afstand).
6. Het mobiele toestel kan geen verbinding maken met de router (in de modus
lokale bediening).
7. De mobiele telefoon kan geen verbinding maken met het netwerk (in de modus
bediening vanop afstand).
NL
18