Het indicatielampje op het bedieningspaneel van de geselecteerde modus begint te branden of de pijl op
de afstandsbediening wijst naar de geselecteerde modus.
Bedieningspaneel
Het koelsysteem wordt uitgeschakeld als de kamertemperatuur lager dan de ingestelde temperatuur is. Als
de kamertemperatuur boven de ingestelde temperatuur komt, wordt de koelfunctie opnieuw ingeschakeld.
De temperatuur instellen
Druk herhaaldelijk op
afstandsbediening om de temperatuur in te stellen.
Druk en houd
ontvochtingings‐ en ventilatormodi is het niet mogelijk om de temperatuur in te stellen.
Het display geeft de temperatuur weer die in u de koelmodus heeft ingesteld.
Instelbaar temperatuurbereik:
30°C max.
16°C min.
Weergave van de temperatuur wijzigen (alleen afstandsbediening)
Als het apparaat is uitgeschakeld, drukt u gelijktijdig op
de temperatuur van graden Celcius naar Fahrenheit en andersom te wisselen.
De ventilatorsnelheid instellen
Druk herhaaldelijk op
de ventilatorsnelheid te selecteren.
Het snelheidscontrolelampje brandt om aan te geven welke snelheidsinstelling in gebruik is.
/
op het bedieningspaneel of op
/
op de afstandsbediening ingedrukt om snel in te stellen. In de
op het bedieningspaneel of
Display van de afstandsbediening
en
NL-13
/
op de
om de weergave van
op de afstandsbediening om