Montagehandleiding
1
Voorbereiding
Voor het montagebegin absoluut de leve
ringsomvang op volledigheid controleren!
Er kan geen rekening worden gehouden
met latere reclamaties of ontbrekende
delen.
Opgelet:
De oppervlakte van het roldeurdeurblad is
zeer gevoelig. Om beschadigin gen van dit
deurblad te voorkomen tijdens de montage,
dient er met het volgende rekening te wor
den gehouden:
Het roldeur-deurblad niet los op een
ongelijke vloer leggen.
Foto 1, deel foto blz. 42
2
Montage door de monteur
2.1 Plaatselijke omstandigheden (bijv.
ruwbouwmaten) controleren aan de hand
van de meegeleverde gedetailleerde teke
ning.
2.2 De maten van het roldeurpantser en
de bovenrol controleren aan de hand van de
stuklijst.
2.3
Plaatsing van de aandrijfzijde en de
consolen overeenkomstig de gedetailleerde
tekening uitvoeren en monteren.
Foto 2.1, deel foto blz. 42
Bovenrol, aan drijving en staand lager
monteren.
Opgelet:
Motor en staand lager bij het opheffen
tegen het uitschuiven beveiligen!
Foto 2.2, deel foto blz. 43
3
Roldeuren met kettingaandrijving
(optie)
De montage door de monteur uitvoeren
zoals beschreven in hoofdstuk 2.
Staande lagers en valbeveiliging op de
aseinden van de buisas steken, tegen uit
schuiven beveiligen, alles samen op de
reeds gemonteerde consolen heffen en
de lagers met schroefplaten aan elkaar
schroeven.
Aandrijfconsolen inmeten en monteren.
Aandrijving zoals voorzien aan de console
bevestigen en uitlijnen.
Opgelet:
Aandrijvings- en kettingwielen moeten
nauwkeurig uitgelijnd zijn. De bovenrol
moet in beide richtingen vrij kunnen
draaien (valbeveiliging niet laten
blokkeren, de as langzaam draaien).
De ketting opleggen, invetten en spannen.
De spanschroeven borgen en de ketting
scherm monteren.
De bovenrol draaien, tot de pantser
ophanging aan de bovenregelzijde goed
toegankelijk is.
4
Montage aanrolsysteem (optie)
De aandrijfvoet en het staand lager worden
op de aanrolconsole geschroefd. Hierbij
moet erop gelet worden dat de draad
boringen op de aanrolconsole asymme
Deze montage, bedienings en onderhoudshandleiding moet tijdens de volledige gebruiksduur bewaard blijven!
trisch liggen en de kortere afstand naar de
bovenregel wijst (asmidden 125 mm van
voor af terug). Hou rekening met de maat
aanduidingen op de betrokken uitvoerings
tekening.
Voor een goede werking moeten de wand
consoles absoluut loodrecht gemonteerd
worden! Na het opleggen van de bovenrol
moet worden gecontroleerd of deze zich
wrijvingsloos evenwijdig met de bovenregel
laat verschuiven. Eventueel is een hoek
correctie voor de wandconsole vereist.
De aanrolconsole moet met een bij het
einde van de halve geleider in te brengen
stelschroef M12 worden beveiligd tegen
uitvallen.
Foto 4, deel foto blz. 44
5
Montage roldeurpantser
Het roldeurpantser dient direct vanuit
de verpakking te worden ge monteerd.
Foto 5.1, deel foto blz. 44
(1) Buitenkant
(2) Afloop van water
(3) Binnenste
Foto 5.2, deel foto blz. 44
(A) Normaal rolluik
(B) Buitenrolluik als achterrolluik
(1) Buitenkant
(2) Binnenste
Roldeurpantser aan de bovenrol be
vestigen.
Foto 2.2, deel foto blz. 43
6
Montage afsluitend eindstuk voor
roldeuren met contactstrip
Afsluitend eindstuk voor contactstrip voor
montage van de geleidingen bij het afsluit
profiel inschuiven (1) en met schroeven
bevestigen (2).
Foto 6, deel foto blz. 44
7
Montage van de zijgeleidingen
Zijgeleidingen bevestigen overeenkomstig
afbeelding resp. aan de hand van de
meegeleverde tekening.
Foto 7.1, deel foto blz. 45
Plaatsing van de zijgeleidingen
Foto 7.2, deel foto blz. 45
(1) Zelfborende schroef
(2) Houder
(F) Zijgeleiding 80 x 100
Aantal houders per geleiderail
Deur-
breedte
b x h
(m)
2 x 2
3
3
3
2 x 3
4
4
4
2 x 4
5
5
5
2 x 5
6
6
6
Aantal houders per geleiderail
Deur-
breedte
b x h
(m)
2 x 6
7
2 x 6,5
7
3 x 2
3
3 x 3
4
3 x 4
5
3 x 5
6
3 x 6
7
3 x 6,5
7
4 x 2
3
4 x 3
4
4 x 4
5
4 x 5
6
4 x 6
7
4 x 6,5
8
5 x 2
4
5 x 3
5
5 x 4
6
5 x 5
7
5 x 6
8
5 x 6,5
9
6 x 2
4
6 x 3
6
6 x 4
7
6 x 5
9
6 x 6
10
6 x 6,5
11
8
Lateiafdichting
8.1 Lateiafdichting bij TH100
(doorgangsbreedte tot max. 5000 mm):
Dragerprofiel (1) overeenkomstig detail „A"
uitklinken. Rubberen afdichting (2) tegen
verschuiven op het dragerprofiel (1) beveili
gen door monteren van nieten (3) aan beide
zijden. Randafstand ca. 10 mm.
Foto 8.1, deel foto blz. 46
8.2 Lateiafdichting bij TH100
(doorgangsbreedte vanaf 5001 mm)
en bij V80:
Borstels bij gesloten deur licht tegen het
pantser houden.
Opmerking:
Door borstelafdichtingen kunnen er sleep-
sporen op het pantser ontstaan!
Foto 8.2, deel foto blz. 46
(1) Aanslag houderhoekelement
(2) Liggerdichting tussen de geleidings
rails inpassen
8.3 Lateiafdichting bij TH80:
De ingebouwde rubberen lip bepaalt na het
neerlaten van het roldeurpantser de ligging
van de stortvoeringshoek.
Foto 8.3.1, deel foto blz. 47
De juiste positie van de rubberen lip bij
3
3
opgewikkeld roldeurpantser.
4
4
Foto 8.3.2, deel foto blz. 47
5
5
6
6
7
7
7
7
7
7
7
7
3
3
3
3
4
4
4
4
5
6
5
5
6
7
6
6
7
8
7
7
7
9
7
7
3
4
3
3
4
6
4
4
5
8
5
5
NL
6
9
6
6
7
11
7
7
8
12
8
8
4
5
4
4
5
7
5
5
6
9
6
6
7
11
7
7
8
14
8
8
9
15
9
9
4
6
4
4
6
8
6
6
7
11
7
7
9
14
9
9
10
16
10
10
11
18
11
11
19