4
Montage
4.1
Veiligheidsaanwijzingen voor
installeren en montage
•
Het installeren mag alleen door hiervoor
gekwalificeerde monteurs gebeuren, zie
hoofdstuk 2.3 - Kwalificaties van het personeel.
•
Maak uzelf vertrouwd met alle
installatieaanwijzingen, voordat u het product
installeert.
•
Voer het installeren nooit alleen uit. Enkele
werkstappen kunnen uitsluitend door twee
personen worden uitgevoerd.
•
Draag bij de installatie uw persoonlijke
beschermingsmiddelen.
4.2
Leveringsomvang
De leveromvang is gebaseerd op uw productconfigu-
ratie. Doorgaans zie de leveromvang er als volgt uit:
•
Sectiepakket
•
Kozijnpakket
•
Montagepakket
4.3
Voorbereiding van de montage
4.3.1 Aanwijzingen voor de montage
De volgende aanwijzingen voor aanvang van de
montage opvolgen:
•
De in deze montage- en gebruikshandleiding
beschreven montagestappen hebben betrekking
op een standaard inbouwsituatie. Bij speciale
inbouwsituaties graag contact opnemen met de
fabrikant.
•
Controleer voor de zekerheid vóór de montage
de garageafmetingen en vergelijk ze met de
bouwrichtmaten van de deur.
– Minimale garagebinnenbreedte =
bouwrichtmaatbreedte (BRB) + 160 mm
– Minimale garagehoogte plafond =
bouwrichtmaathoogte (BRH) + 115 mm
(handbediend en Novoport)
– Minimale garagehoogte plafond =
bouwrichtmaathoogte (BRH) + 130 mm
(plafondaandrijfeenheid)
– Minimale aanslagbreedte rechts en links =
35 mm
•
Controleer de afmetingen van de
garagedeuropening en vergelijk deze met de
pakbon.
•
Controleer de geschiktheid van de meegeleverde
houtschroeven (S8) en pluggen (S9) op basis
van de bouwkundige omstandigheden.
•
Alle gegevens voor de montage rechts / links zijn
altijd gezien vanuit de binnenzijde van de
garage, dus kijkend naar buiten!
•
Alle maatgegevens zijn opgegeven in millimeters.
Technische wijzigingen voorbehouden.
46 - NL
4.3.2 Benodigd gereedschap
Afb.
a
, pagina A1. Voor de montage heeft u het
volgende gereedschap nodig (de deur voor inbouw in
de garage leggen, voor zover geen andere toegang
beschikbaar is):
•
Duimstok of rolmaat
•
Omschakelbare ratel met verlenging
•
Dopsleutels SW 7, 10, 13 en T30 (indien nodig
ook steek- of ringsleutels)
•
Kruiskopschroevendraaier PH, gr. 2
•
Schroevendraaier T30
•
Klopboormachine
•
Boor 10 mm (boorlengte min. 200 mm)
•
Krijt voor het aftekenen
•
Stanleymes
•
Waterpas (min. 80 cm)
•
Metaalzaag
•
Waterpomptang
•
Hamer
•
Beitel
•
Min. twee lijmtangen
•
Ladders en indien nodig ondersteuningen
•
Kanthouten ca. 30 x 30 mm
•
Persoonlijke beschermingsuitrusting
4.4
Montage van het deurframe
Haal het afbeeldingengedeelte uit de montagehand-
leiding en volg de afbeeldingen parallel aan de werk-
instructies.
De afbeeldingen in deze montagehandleiding
tonen de montage op basis van het
voorbeeld van de deurvariant iso20-4 ZF. De
opgegeven montagestappen en uitleg gelden
echter ook voor de deurvariant iso45-5 ZF,
indien niets anders is vermeld. Afwijkende
stappen zijn overeenkomstig gemarkeerd.
4.4.1 Voormontage van het deurframe
De kozijnenprofielen (1L/1R) op hout o.i.d. leggen, ter
bescherming tegen krassen.
Afb.
a
, pagina A2. Verbind de kozijnprofie-
len (1L/1R) met de kozijnplaat (3), door ze met de
plaatschroeven (voorgemonteerd) vast te schroeven.
Afb.
b
Monteer de onderste veerophanging (5) elk
met twee bouten (S6 + S12) in het onderste gedeelte
van de kozijnprofielen (1L/1R).
4.4.2 Montage van de muurankers
Voordat u de muurankers (7) monteert, de aanslag-
breedte en de conditie van de ankerpunten in het
metselwerk controleren.
Afhankelijk van de aanslagbreedte en de conditie
monteert u de muurankers (7) met de schroeven (S6
+ S12) als volgt:
Afb.
a
, pagina A3. De aanslagbreedte is groter
dan 120 mm. Plaats de muurankers (7) buiten op het
kozijnprofiel.
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!