Descargar Imprimir esta página

Trix 220 Serie Manual De Instrucciones página 4

Publicidad

Informations concernant la Locomotive réele
La livraison des 50 premières locomotives diesel V 200
(rebaptisées BR 220 à partir de 1968) a débuté en 1956,
sur la base des 5 prototypes, qui furent mis à l'épreuve à
partir de 1953. La livraison d'une deuxième série a eu lieu
en 1958.
La motorisation de la V 200 se composait de deux mo-
teurs Diesel V-12 livrés selon les cas par MAN, Maybach
(MTU) ou Daimler-Benz (MTU). Grâce au turbo-compres-
seur, chaque moteur développait 1 100 ch, et même
1 350 ch pour la série suivante 221 (à partir de 1962). Des
démarreurs électriques de 13,5 kW chacun (par la suite
20,3 kW) permettaient de lancer ces énormes mécanis-
mes moteurs de 64,5 l et 78,2 l de cylindrée. Auparavant,
une électropompe établissait automatiquement la pres-
sion d'huile-moteur requise (prélubrification). La liaison
avec chaque entraînement de bogie était assurée par un
convertisseur de couple hydraulique qui se remplissait
d'huile juste avant le démarrage.
Les dernières 220 furent retirées du service de la DB
en 1984, ce n'est que quatre ans plus tard que les 221
subirent le même sort. Aujourd'hui encore, il est possible
de voir - et d'entendre - plusieurs machines vendues à
l'étranger ainsi que quelques locomotives allemandes de
musée.
4
Informatie van het voorbeeld
Uitgaande van de 5 prototypes van de V 200 (vanaf 1968
BR 220 genoemd) die vanaf 1953 beproefd werden,
begon vanf 1956 de serie-aflevering van de eerste 50
machines van deze diesellokomotief. In 1958 volgde de
levering van een tweede serie van 31 stuks.
De V 200 werd door twee V-12 dieselmotoren aange-
dreven die, onderling uitwisselbaar, geleverd waren door
MAN, Maybach (MTU) of Daimler-Benz (MTU). Uitgerust
met rookgasturbo leverde elke motor een vermogen van
1100 pk, bij de opvolger, serie 221 (vanaf 1962) zelfs 1350
pk. Deze machtige motoren met een cilinderinhoud van
64,5 resp. 78,2 liter werden met een startmotor van elk
13,5 kW (later zelfs 20,3 kW) gestart. Eerst werd met een
elektrische pomp, automatisch, de benodigde motoro-
liedruk opgebouwd. (voorsmering) De verbinding met
de beide draaistel-aandrijvingen geschiede door middel
van een hydraulisch koppel-omvormer die vlak voor het
wegrijden met olie gevuld werd.
De laatste locs van de serie 220 werden in 1984 bij de
DB buiten dienst gesteld, de serie 221 vier jaar later. Ver-
schillende van de aan het buitenland verkochte machines,
evenals enkele Duitse museumlocs, zijn heden ten dagen
nog te zien en te horen.

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

221 serie