Elektronisch geluid
Onder de achterste afneembare stoomdom (afb. 6) bevindt zich de volumeregelaar.
Het stoomgeluid loopt synchroon met het toerental van de wielen. De fluit laat zich
horen als de loc gaat rijden. Als de loc stopt is het geluid van de snel draaiende lucht-
pomp meerdere keren te horen, dan de straalpomp en het overdrukventiel. Als er een
geringe spanning ( ca, 6,5 Volt) op de rails staat is het standgeluid met regelmatige
tussenpozen te horen.
Bij het bedrijf met het LGB-meertreinensysteem kan het geluid lastafhankelijk worden
weergeven, zodat als in het grootbedrijf bij het dalende bergtraject of bij het afrem-
men alleen de cilinder nevengeluiden te horen zijn. Hiervoor dient u bit 4 in CV 54 op
„8" te programmeren.
Als de loc gaat rijden klinkt de fluit De luidkolk en de fluit kunnen ook met de meege-
leverde LGB geluid schakelmagneten (17050) aangestuurd worden. De schakelma-
gneten kunnen tussen de bielzen van de meeste LGB rails gelikt worden. De magneet
bevindt zich uit het midden onder het ingeperste LGB logo. Plaats de magneet aan
de ene kant om de fluit te laten klinken als de loc over deze plek rijdt. Bij het plaatsen
aan de andere kant klinkt de luidklok.
Opmerking: om bij het analoge bedrijf standgeluiden bij een uitgeschakelde trafo te
laten horen, moet de standgeluid stroomvoorziening 65011 ingebouwd worden.
Opmerking: het model is met een optrekvertraging uitgerust zodat interessante stand-
geluiden nagebootst kunnen worden.
Programmeren van de decoder
Talrijke functies van de decoder kunnen individueel geprogrammeerd worden. Daar-
voor worden waarden in de registers (Configuratie Variabelen – CV's) geprogram-
meerd. U kunt deze waarden ook met de universeel - Handy 55015 programmeren.
– Voor het normale bedrijf is het niet nodig de waarden te wijzigen.
– Om bij foutieve programmeringen de fabrieksinstellingen in de belangrijkste
registers van de MZS-decoder weer te herstellen dient u de waarde 55 in het
register CV 55 te programmeren. Bij het programmeren met de 55015 de program-
meermodus "P--" kiezen (in het display verschijnt "P--"). Dan na elkaar 6, 5 en 5
invoeren en de rechter pijltoets indrukken. Het display toont opnieuw "P--":5, 5 en
5 invoeren en nogmaals de rechter pijltoets indrukken.
ONDERHOUD
Smeren
De aslagers en de lagers van de schuifbeweging af en toe met een druppel Märklin
olie (7149) smeren.
Gloeilampen vervangen
Lantaarns (voor onder): lampenhuis van het model aftrekken. De defecte lamp uit de
fitting trekken. Een nieuwe lamp plaatsen.
Het model weer in elkaar zetten.
Lantaarns (voor boven en achter onder): verwijder de ring aan de buitenkant van het
lantaarnglas. Voorzichtig het glas van de lantaarn wippen. Met een pincet de defecte
lamp uit de fitting trekken. Een nieuwe lamp plaatsen. Het model weer in elkaar
zetten.
Lantaarns (achter boven): Met een pincet de defecte lamp uit de fitting trekken. Een
nieuwe lamp plaatsen en model weer in elkaar zetten.
Binnenverlichting: Met een pincet de defecte lamp uit de fitting trekken. Een nieuwe
lamp plaatsen.
Antislipbanden vervangen
– Schroeven van de schuifbeweging losdraaien en de drijfstangen van de wielen
nemen.
– Met een kleine schroevendraaier de oude antislipbanden voorzichtig uit de gleuf
van het wiel wippen.
– De nieuwe antislipband voorzichtig over het wiel schuiven en in de gleuf van het
wiel aanbrengen.
– Controleren of de antislipband goed is geplaatst.
– Model weer in elkaar zetten
Vervangen van de rookgenerator
– Veiligheidsafdekking uit de schoorsteen trekken (afb. 5).
– Trek het voorste deel van de rookkamer er af.
– Schoorsteen met de klok mee draaien en er uittrekken (afb. 6).
– De beide stekkers voor de rookgenerator van de print aftrekken.
– Beschadigde rookgenerator uit de schoorsteen trekken.
– De nieuwe rookgenerator in de schoorsteen schuiven.
– De kabel van de nieuwe rookgenerator op de daarvoor bestemde stiften op de
print steken
– Model weer in elkaar zetten.
17