De Koel- En Afvoerleidingen Aansluiten; Koelleidingwerk; Afvoerleidingwerk; Elektrische Bedrading - Mitsubishi Electric CITY MULTI PFFY-P20VLEM-E Manual De Instalación

Ocultar thumbs Ver también para CITY MULTI PFFY-P20VLEM-E:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 25

6. De koel- en afvoerleidingen aansluiten

6.1. Koelleidingwerk

Deze werkzaamheden aan het leidingwerk dienen te worden uitgevoerd volgens
de installatiehandleiding van het buitenapparaat.
Voor beperkingen met betrekking tot pijplengtes en toegestane hoogteverschil-
len, verwijzen wij u naar de installatie-instructies van het buitenapparaat.
De aansluitmethode voor de leidingen is de zogenaamde "flare"-aansluiting,
waarbij u leidingen over elkaar heen vastdraait.
Pas op bij koelleidingen
s s s s s Gebruik niet-oxyderend soldeersel bij het hardsolderen om er zeker van
te zijn dat er geen vreemde stoffen of vocht de pijp kunnen binnendrin-
gen.
s s s s s Zorg ervoor dat u koelmachine-olie op het zittingsoppervlak van de "flare"-
aansluiting doet en dat u de leidingen stevig vastdraait met gebruik van
een dubbele steeksleutel.
Waarschuwing:
Gebruik uitsluitend het type koelmiddel dat in de meegeleverde handleidin-
gen en op het typeplaatje wordt genoemd.
-
Als u een ander type gebruikt, kunnen het toestel of leidingen barsten en be-
staat er gevaar voor ontploffing of brand tijdens gebruik, reparatie en verwijde-
ring van het toestel.
-
Ook overtreedt u mogelijk toepasselijke wetgeving als u dit voorschrift niet volgt.
-
MITSUBISHI ELECTRIC CORPORATION kan niet aansprakelijkheid worden
gesteld voor storingen en ongevallen die het gevolg zijn van gebruik van een
verkeerd type koelmiddel.
Voorzichtig:
Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme C1220-koperpijpen (Cu-DHP) als
koelstofpijpen zoals opgegeven in JIS H3300 "Naadloze pijpen en buizen
van koper of koperlegeringen". Daarnaast dient u ervoor te zorgen dat de
binnen- en buitenoppervlakken van de pijpen schoon zijn en vrij zijn van
gevaarlijk zwavel, oxiden, stof/vuil, deeltjes ten gevolge van nasnijden,
olieresten, vocht of andere verontreinigingen.
Maak geen gebruik van de bestaande koelstofpijpen.
- De oude koelstof en koelmachine-olie in de bestaande buizen bevat een
grote hoeveelheid chloor die ervoor kan zorgen dat de koelmachine-olie van

7. Elektrische bedrading

Voorzorgsmaatregelen bij elektrische bedrading
Waarschuwing:
Elektrisch werk moet door gekwalificeerde elektriciens gedaan worden in
overeenstemming met de van toepassing zijnde "Technische Normen voor
Elektrische Installatie" en de bijgeleverde installatie-instructies. Speciale
circuits moeten ook gebruikt worden. Als een voedingscircuit te weinig ca-
paciteit of een installatiedefect heeft, kan het een elektrische schok of brand
veroorzaken.
1. Zorg ervoor om voeding van het speciaal afgetakte circuit te gebruiken.
2. Zorg ervoor om een aardlekschakelaar in het voedingscircuit te installeren.
3. Monteer het apparaat zodanig dat geen van de regelcircuitkabels (afstandsbe-
diening, transmissiekabels) in direct contact met de voedingskabel buiten het
apparaat kan komen.
4. Zorg ervoor dat er op geen enkele kabelaansluiting speling zit.
5. Sommige kabels (voedings-, afstandsbedienings- en transmissiekabels) bo-
ven het plafond kunnen door muizen doorgebeten worden. Gebruik voor be-
scherming zoveel mogelijk metalen pijpen om kabels doorheen te trekken.
Specificaties voor transmissiekabel
Soort kabel
Afgeschermde draad (2-draads) CVVS, CPEVS of MVVS
Kabeldiameter
De maximale lengte van de transmissiekabels voor central bediening en transmissiekabels
voor binnen/buiten (Maximale lengte via binnenapparaten): 500 m MAX
Opmerkingen
De maximale lengte van de bedrading tussen de stroomvoorziening voor transmissiekabels
(op de transmissiekabels voor central bediening) en elk buitenapparaat en de besturings-
*1 Aangesloten met eenvoudige afstandsbediening.
42
Transmissiekabels
Meer dan 1,25 mm
2
Max. lengte: 200 m
eenheid van het systeem bedraagt 200 meter.
het nieuwe apparaat verslechtert.
Sla de te gebruiken pijpen binnen op en zorg ervoor dat beide uiteinden
van de pijpen afgesloten zijn, tot vlak voordat deze worden gesoldeerd.
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechte-
ring van de olie of een storing in de compressor als gevolg hebben.
Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (kleine hoeveelheid) als koel-
machine-olie voor de coating van optromp- en flensverbindingen. (Voor
typen die gebruik maken van R410A of R407C)
- De koelstof die in de airconditioner wordt gebruikt is uiterst hygroscopisch,
en vermengd met water kan het de kwaliteit van de koelmachine-olie ver-
slechteren.

6.2. Afvoerleidingwerk

1. Zorg ervoor dat de afvoerleiding naar beneden loopt (met een helling van ten-
minste 1/100), naar buiten (lozing). Monteer geen stankafsluiter of andere
onregelmatigheid in de leiding.
2. Zorg ervoor dat kruiselings gemonteerde afvoerleiding niet langer is dan 20 m
(het hoogteverschil niet meegerekend). Voor lange afvoerleidingen moet u een
steunbeugel monteren om zakken van de leidingen te voorkomen. Monteer
nooit een ontluchtingspijp, omdat anders het afvalwater eruit kan komen.
3. Zet de zeef op de bodem van het afwateringsbakje aan de kant van het frame
van het apparaat, en sluit de meegeleverde afvoerslang aan de eindaansluiting
aan. Zet deze eindaansluiting vast met gebruik van de band voor de slang.
4. Gebruik zo nodig een VP30-pijp of gelijkwaardige pijp voor de verzamelleiding
en monteer het zodanig dat het naar beneden afloopt met een helling van 1/
100.
5. Breng voldoende isolatie aan net zoals bij de koelleiding.
[Fig. 6.2.1] (P.3)
A Binnenapparaat
C Afwateringsbakje
E Afvoerslang (meegeleverd)
Voorzichtig:
Monteer de afvoerleiding zodanig dat het afvoerwater geloosd kan worden
en isoleer de leiding om condens door dauw te voorkomen. Als u de leiding
verkeerd monteert kan dit waterlekkage tot gevolg hebben en dit kan uw
meubilair nat maken.
6. Verbind het netsnoer nooit met de voedingsleidingen voor de transmissiekabels.
Als u dit wel doet, begeven de kabels het.
7. Zorg ervoor dat u de regelkabels aan het binnenapparaat, de afstandsbedie-
ning en het buitenapparaat aansluit.
8. Aard het apparaat aan de kant van het buitenapparaat.
9. Selecteer regelkabels volgens de voorwaarden zoals op pagina 42 aangege-
ven.
Voorzichtig:
Zorg ervoor dat u het apparaat aan de kant van het buitenapparaat aardt.
Sluit de aardingskabel niet op een gas- of waterleiding, een bliksemaflei-
der of een aardingskabel voor de telefoon aan. Een niet goed geïnstal-
leerde aardingskabel kan elektrische schokken veroorzaken.
Als de stroomkabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door de
producent, diens ondershoudsinstallateur of een gelijkwaardig gekwalifi-
ceerde technicus om gevaar en problemen te voorkomen.
ME kabels voor de afstandsbediening
Bemantelde 2-draads kabel (niet afgeschermd) CVV
0,3 ~ 1,25 mm
(0,75 ~ 1,25 mm
Gebruik voor lengtes langer dan
10 meter kabels met dezelfde
specificaties als
transmissiekabels.
CVVS, MVVS: PVC geïsoleerde PVC dubbelwandige, afgeschermde bedieningskabel
CPEVS: PE geïsoleerde PVC dubbelwandige, communicatiekabel
CVV: PVC geïsoleerde PVC bemantelde bedieningskabel
B Zeef (meegeleverd)
D Band voor slang (meegeleverd)
MA kabels voor de afstandsbediening
2
0,3 ~ 1,25 mm
(0,75 ~ 1,25 mm
2
)*1
Max. lengte: 200 m
2
2
)*1

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido