De etenswaren in de laden van het koelvak zijn bevroren.
•
De temperatuur in het koelvak is bijzonder laag ingesteld. >>> Stel
de temperatuur van het vriesvak in op een hogere temperatuur en
controleer opnieuw.
De temperatuur in het koelvak of de diepvriezer is te hoog.
•
De temperatuur in het koelvak is bijzonder hoog ingesteld. >>> De
temperatuurinstelling in het koelvak beïnvloedt de temperatuur
in het vriesvak. Wijzig de temperatuur in het koel- of vriesvak en
wacht tot de relevante compartimenten de ingestelde temperatuur
bereiken.
•
De deuren werden vaak geopend of open gehouden voor lange
perioden. >>> Open de deur niet te vaak.
•
De deur kan op een kier staan. >>> Sluit de deur volledig.
•
Het is mogelijk dat de stekker van het product recent in het
stopcontact werd gevoerd of dat nieuwe etenswaren in het product
werden geplaatst. >>> Dit is normaal. Het duurt langer voor het
product om de ingestelde temperatuur te bereiken als het recent in
het stopcontact werd gestoken of als er nieuwe etenswaren in het
product werden geplaatst.
•
Het is mogelijk dat er recent grote hoeveelheden warme etenswaren
in het product werden geplaatst. >>> Plaats geen warme etenswaren
in het product.
Schudden of lawaai.
•
De grond is niet horizontaal of duurzaam. >>> Als het product schudt
wanneer het langzaam wordt verplaatst, moet u de voetjes instellen
om het product in evenwicht te brengen. Zorg er ook voor dat de
vloer voldoende duurzaam is om het product te kunnen dragen.
•
Alle voorwerpen die op het product zijn geplaatst, kunnen lawaai
veroorzaken. >>> Verwijder alle voorwerpen die op het product
werden geplaatst.
Het product maakt lawaai van stromende vloeistof, sprays, etc.
•
De operationele principes van het product omvatten vloeistoffen en
gassen >>> Dit is normaal en houdt geen defect in.
Er komt een windgeluid voort uit het product.
•
Het product gebruikt een ventilator voor de koelprocedure. Dit is
normaal en houdt geen defect in.
IT
NL
ES
PT
21