• Om de harnassen te monteren en terug te keren naar de configuratie van
Groep 1 gaat u omgekeerd te werk. Het harnas dient van achteren naar
voren door het klepje van de gesp gehaald te worden, zoals getoond wordt
in figuur 32.
MONTAGE VAN HET KINDERZITJE ALS GROEP 2 MET BEHULP VAN DE
VEILIGHEIDSGORDEL VAN HET VOERTUIG
WAARSCHUWING: Gebruik in groep 2 steeds de laagste kantelpositie van
het stoeltje.
• Plaats het stoeltje op de zetel en druk het stevig tegen de rugleuning.
• Plaats het kind in het stoeltje en maak het vast met de driepuntsveiligheidsgordel
van het voertuig door deze door de gordelsleuf van de hoofdsteun te steken
(fig.33). Zorg ervoor dat het buikgedeelte zo laag mogelijk zit en dat het
diagonale stuk de borstkas van het kind vastklemt (fig.34).
• Maak de gesp vast door het uiteinde door de zijopening van het chassis te
steken (fig.35).
OPMERKING: Ga omgekeerd te werk om het stoeltje te verwijderen.
MONTAGE VAN HET KINDERZITJE ALS GROEP 2 MET BEHULP
VAN DE VEILIGHEIDSGORDEL VAN HET VOERTUIG EN DE ISOFIX-
BEVESTIGINGSPUNTEN
WAARSCHUWING: Gebruik in groep 2 steeds de laagste kantelpositie van
het stoeltje.
• Monteer de sluitingen. Raadpleeg indien nodig het hoofdstuk over de
montage van de sluitingen.
• Plaats het kinderzitje met de rijrichting mee op de zetel van het voertuig.
• Haal de ISOFIX-verbindingsstukken tevoorschijn met de voorste knop. Trek
aan de knop en draai naar rechts (fig.8).
• Duw het veiligheidsstoeltje tegen de zetel van het voertuig (fig.9) tot beide
ISOFIX-verbindingsstukken vastklikken met de verbindingspunten van de
zetel. Een "klik" duidt op de juiste bevestiging (fig.10). Een groen signaal
verschijnt op elk van de verbindingstukken (fig.11).
• Stel de kantelpositie van het stoeltje in. Raadpleeg hiervoor het hoofdstuk
over de wijziging van de kantelpositie.
• Stel met de middelste knop het chassis van het veiligheidsstoeltje in tot
het de rugleuning van de zetel van het voertuig raakt. Trek aan de knop en
draai naar links (fig.12).
• Plaats het kind in het stoeltje en maak het vast met de driepuntsveiligheidsgordel
van het voertuig door deze door de gordelsleuf van de hoofdsteun te steken
(fig.33). Zorg ervoor dat het buikgedeelte zo laag mogelijk zit en dat het
121