Inbedrijfstelling/Buitenbedrijfstelling; Inbedrijfstelling; Installatie Inschakelen; Gebruik - BADU JET Turbo Pro Traducción De Las Instrucciones Para El Manejo Originales

Inbedrijfstelling/Buitenbedrijfstelling

6 Inbedrijfstelling/Buitenbedrijfstelling
6.1

Inbedrijfstelling

LET OP
Beschadiging van de aandrijving (glijlagers) door drooglopen en
oververhitting!
 Zorg dat de installatie altijd 350 mm vanaf het midden van de
installatie onder water wordt bediend.
Na langere stilstand moet de aandrijfeenheid in uitgeschakelde en
spanningsvrije toestand op licht lopen worden gecontroleerd.
6.1.1

Installatie inschakelen

WAARSCHUWING
Aanzuiggevaar bij verkeerde draairichting! De waterstroming moet
vanuit de middelste uitstroomnozzle (42) in de richting van het
bassinmidden bewegen!
 Er mag geen persoon in het water zijn direct voor de
uitstroomnozzle!
 Bij een verkeerde draairichting de installatie onmiddellijk
uitschakelen en de aansluitingen van de motor, resp. de
oranje kabel (adermarkering controleren) volgens het
elektrisch schema controleren, resp. correct aansluiten.
Het inschakelen van de motor via de voorgeschakelde
frequentieomvormer (61) kan direct op het bedieningsdeel in de
afdekking (55) via de piëzo-knoppen (64) in het bassin of via de
afstandsbediening (66) gebeuren.
6.2

Gebruik

6.2.1

In-/uitschakelen

De installatie kan via de afstandsbediening (66) of door het
drukken op de in de afdekking ingebouwde middelste piëzo-
knoppen (64) worden in- en uitgeschakeld.
De knop brandt bij ingeschakelde toestand "Blauw" en in
uitgeschakelde toestand "Rood".
Bij het inschakelen start de turbine met een vertraging van ca.
3 seconden op.
Hierbij ontstaat een middelmatige volumestroom bij een toerental
van 1200 omwentelingen/min (basisinstelling).
42 NL 08|2020