marklin NOHAB Manual Del Usuario página 5

Ocultar thumbs Ver también para NOHAB:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 14
Informations concernant la locomotive réelle
A l'origine des machines NOHAB surnommées «Nez rond»,
«Doryphores» ou encore «Bulldogs» étaient les célèbres
locomotives diesel américaines F7/FP7 de l'Electro-Motive
Division (EMD de General Motors, GM). Toutefois, le
modèle direct des NOHAB ne provient pas des États-Unis,
mais d'Australie, où l'on avait adopté un gabarit de libre
passage plutôt européen et où un repreneur de licence avait
construit une variante bidirectionnelle à six essieux. C'est
ainsi qu'apparut chez au début des années 1950 GM/EMD la
licence version européenne AA16.
Sa superstructure reposait sur deux bogies Flexicoil, dont
tous les essieux pouvaient être moteurs ou seulement les
deux essieux terminaux respectifs. La transmission était as-
surée par le groupe propulseur éprouvé GM avec transmis-
sion par courant continu, le générateur principal bridé sur
le moteur diesel alimentant les moteurs suspendus par le
nez des essieux moteurs. Le moteur diesel lent à deux temps
type GM 567, à refroidissement à eau, était réglable sur 8
crans de marche. Dans le fond, le système diesel-électrique
plutôt archaïque – basé sur les modèles de grandes séries
de la GM des années 1930 et 1940 – ne correspondait plus à
la pointe de la technologie, mais il avait fait ses preuves sur
des milliers de locomotives.
Informatie van het voorbeeld
De basis voor de ook met „Ronde neus", „aardappelkever"
of „Bulldogs" aangeduide NOHAB-machines waren de
beroemde Amerikaanse F7/FP7-diesellocs van de Electro-
Motive Division (EMD van General Motors, GM). Maar het
rechtstreekse voorbeeld voor de NOHAB is niet afkomstig
uit de VS maar uit Australië, omdat hier een meer Europees
profiel van vrije ruimte gebruikt werd en door de Austra-
lische licentiehouder ook een zesassige tweerichting-versie
geproduceerd werd. Daaruit ontstond vervolgens in het
begin van de jaren 50 bij GM/EMD de Europese licentieva-
riant AA16.
De opbouw rustte op twee drieassige Flexicoil-draaistellen
met aandrijving op alle wielstellen of allen op telkens de
beide eindwielstellen. De vermogensoverbrenging vond
plaats door de bewezen GM-aandrijving met gelijkstroom-
energieoverdracht, waarbij de op de dieselmotor aangeslo-
ten hoofdgenerator de taatslager-tractiemotoren van de
aandrijfwielen voedde. De langzaam lopende watergekoelde
tweetakt dieselmotor van het type GM 567 had acht versnel-
lingen. Ten slotte kwam de nogal archaïsche dieselelek-
trische aandrijving - gebaseerd op de modellen uit de grote
GM-series van de jaren 30 en 40 - niet meer overeen met de
nieuwste stand van de techniek, maar hij had zich intussen
bij duizenden locs bewezen.
5

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

MyDsb39674

Tabla de contenido