Nederlands
Functie van de onderste beschermkap
Controleer voor gebruik altijd of de onder
–
ste beschermkap goed sluit. Gebruik de
zaag niet wanneer de onderste bescherm
kap niet vrij bewogen kan worden en niet
direct sluit. Klem of bind de onderste be
schermkap nooit vast in een geopende po
sitie. Mocht de zaag per ongeluk op de
grond vallen, dan kan de onderste be
schermkap worden verbogen. Open de be
schermkap met de terugtrekhendel en zorg
ervoor dat hij vrij beweegt en bij alle zaag
hoeken en -dieptes noch het zaagblad noch
andere delen raakt.
Controleer de werking van de veer van de
–
onderste beschermkap. Wanneer de on
derste beschermkap en de veer niet fout
loos werken, dient onderhoud te worden
gepleegd aan de zaag alvorens hem te ge
bruiken. Beschadigde delen, plakkerige af
zettingen of ophopingen van spaanders lei
den tot een vertraagde werking van de on
derste beschermkap.
Open de onderste beschermkap alleen
–
handmatig bij bijzondere zaagsnedes,
zoals „inval– en hoekzaagsnedes". Open
de onderste beschermkap met de terug
trekhendel en laat deze los zodra het
zaagblad in het werkstuk valt. Bij alle an
dere zaagwerkzaamheden moet de onder
ste beschermkap automatisch werken.
Leg de zaag niet op de werkbank of op de
–
grond zonder dat de onderste bescherm
kap het zaagblad bedekt. Een onbe
schermd, nalopend zaagblad beweegt de
zaag tegen de zaagrichting in en zaagt wat
het op zijn weg tegenkomt. Houd hierbij re
kening met de nalooptijd van de zaag.
Werking van de geleidenok [1-5]
–
Gebruik indien mogelijk het voor de gelei
denok passende zaagblad. Bij gebruik van
zaagbladen met een dikker zaagblad is de
werking van de geleidenok beperkter. Om
ervoor te zorgen dat de geleidenok werkt,
moet het stamblad van het zaagblad dun
ner zijn dan de geleidenok en de tand
breedte dikker zijn dan de geleidenok.
Houd bij gebruik van een dikker zaagblad
rekening met een groter terugslaggevaar.
Gebruik de zaag niet met een verbogen
–
geleidenok. Door een kleine storing kan
vertraging optreden bij het sluiten van de
beschermkap.
60
Bijkomende veiligheidsvoorschriften
Dit elektrisch gereedschap mag niet wor
–
den ingebouwd in een werktafel. Door in
bouw in een zelfgemaakte of door een an
dere fabrikant aangeboden werktafel kan
het elektrisch gereedschap onveilig worden
en tot ernstige ongevallen leiden.
–
Kom niet met uw handen bij de spaanaf
voer. U kunt gewond raken als gevolg van
ronddraaiende onderdelen.
–
Gebruik geschikte sensoren om verborgen
toevoerleidingen op te sporen of raad
pleeg het plaatselijke nutsbedrijf. Aontact
van inzetgereedschap met een spanning
voerende leiding kan brand veroorzaken of
tot een elektrische schok leiden. Beschadi
ging van een gasleiding kan een explosie
veroorzaken. Het penetreren van een wa
terleiding veroorzaakt materiële schade.
Wacht tot het elektrische gereedschap tot
–
stilstand gekomen is voor u het neerlegt.
Het inzetgereedschap kan zich vasthaken
en tot het verlies van de controle over het
elektrische gereedschap leiden.
–
De machine niet voor bovenhandse werk
zaamheden gebruiken.
Tijdens het werken kunnen schadelijke/
–
giftige stoffen ontstaan (bijv. bij loodhou
dende verf, enkele houtsoorten en me
taal). Voor degene die de machine bedient
of voor personen die zich in de buurt van de
machine bevinden kan het aanraken of in
ademen van deze stoffen gevaarlijk zijn.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht
die in uw land van toepassing zijn.
Draag ter bescherming van uw gezond
heid een P2-mondmasker.
Zorg in gesloten ruimtes voor voldoende ver
lichting en sluit eventueel een mobiele stofaf
zuiger aan.
–
Draag geschikte persoonlijke bescher
mingsmiddelen: Gehoorbescherming, vei
ligheidsbril, stofmasker bij stofproduceren
de werkzaamheden, veiligheidshandschoe
nen bij het bewerken van ruwe materialen
en bij de vervanging van het gereedschap.
–
Controleer of behuizingsdelen beschadigin
gen zoals scheurtjes of breuken vertonen.
Laat beschadigde onderdelen vóór het ge