Inbouwen van het hoofdapparaat
Opmerkingen betreffende het inbouwen
• Monteer het hoofdapparaat niet op een plaats waar het apparaat blootgesteld staat aan
hoge temperaturen of vocht, zoals:
* In de buurt van verwarmingsroosters.
* Op plaatsen blootgesteld aan direct zonlicht, zoals op het dashboard of op de hoeden-
plank.
• Op plaatsen waar water op het apparaat terecht kan komen, zoals dicht in de buurt van
een portier.
• De degelijkheid van de inbouw hangt af van de auto waarin het apparaat wordt inge-
bouwd en de inbouwplaats. Kies een plaats uit waar u het apparaat stevig kunt bevesti-
gen en monteer het apparaat zorgvuldig. Als het apparaat niet stevig is bevestigd, bestaat
er een grotere kans dat de voertuigpositie foutief op het scherm wordt aangegeven.
• Monteer het apparaat niet op de afdekplaat van het reservewiel of op andere plaatsen die
blootgesteld worden aan sterke trillingen.
• Als het apparaat onder een van de voorstoelen wordt gemonteerd, let er dan goed op dat
het apparaat niet de schuifbeweging van de stoel hindert.
• Monteer het apparaat niet op een plaats waar er voorwerpen op kunnen vallen. Bij harde
schokken is de kans groter dat de voertuigpositie foutief op het scherm wordt
aangegeven.
• Monteer het apparaat niet op een plaats waar dit kan hinderen bij de toegang tot het
reservewiel, de krik, gereedschappen enz.
• Controleer of er voldoende plaats is om een disc of een PC-kaart in het apparaat te
steken en eruit te nemen.
• Monteer het apparaat onder een hoek van maximaal +30 tot -15 graden (maximaal 5
graden naar links of rechts van de rijrichting van uw auto). Als het apparaat te schuin
wordt gemonteerd, is de kans groter dat de voertuigpositie foutief op het scherm wordt
aangegeven.
5°
• Monteer het apparaat niet verticaal. Het apparaat zal dan niet juist
functioneren.
5°
30
15°
12