6. Alarmen en probleemoplossing
Een beschrijving van de apparaatalarmen en -indicatielampjes volgt
hieronder.
Gebruik dit gedeelte als referentie in het geval een alarm van uw apparaat
afgaat.
Als het alarm aanhoudt, moet u contact opnemen met uw zorgverlener om
hem/haar van de alarmtoestand op de hoogte te stellen.
Aan/uit-knop
Schakelt het apparaat
in en uit.
Indicator accustatus
Toont de status van de
gebruiksduur van de accu.
Keuzeknop Omhoog
Hiermee kunt u de
drukinstelling verhogen en
door menuopties bladeren.
Keuzeknop Omlaag
Hiermee kunt u de
drukinstelling verlagen en
door menuopties bladeren.
Toetsblokkering
Blokkeert het toetsenpaneel
om onbedoelde
veranderingen in de
therapie te voorkomen.
Wanneer deze optie is
geactiveerd, brandt het
lampje.
Audiopauzering
Onderdrukt het alarm
gedurende ongeveer
2-3 minuten. Wanneer deze
optie is geactiveerd, brandt
het lampje.
Wanneer er een nieuw
alarm optreedt, wordt
de audiopauzering
geannuleerd.
Therapie starten/
onderbreken
Niet beschikbaar als het
apparaat is geblokkeerd
voor thuisgebruik.
Hiermee kan de therapie
door de arts worden gestart
of onderbroken terwijl het
apparaat is ontgrendeld.
275
NL