Stap 3:
zittinghoek instellen
Trek de greep (5) tot aan de aanslag omhoog en ontgren-
del daarmee de zittinghoekfunctie. Door uw gewicht naar
voren of achteren te verplaatsen, kan de gewenste positie
naar eigen voorkeur gekozen worden en deze wordt ge-
fixeerd door de greep los te laten.
De zittinghoek moet zo gekozen worden dat de pedalen
moeiteloos ingetrapt kunnen worden, terwijl de benen
nog niet gestrekt zijn. Het bovenbeen moet licht op de
stoel rusten zonder dat druk van de voorste rand van het
stoelkussen ervaren wordt. Denk eraan dat een te vlakke
zittinghoek ertoe kan leiden dat men naar voren glijdt op
de zitting en daardoor verder van de ondersteunende
rugleuning af komt te zitten. Een te steile hoek verhoogt
eventueel de druk op de lage delen van de wervelkolom
en de bovenbenen.
Stap 4:
rugleuninghoek instellen
Ga met uw billen zo dicht mogelijk tegen de rugleuning
aan zitten. Maak de rugleuningvergrendeling los door de
hendel (1) omhoog te trekken. De leuning komt door de
veerkracht naar voren. Door er met het bovenlichaam
tegenaan te drukken, brengt u de rugleuning in de ge-
wenste stand en u kunt deze kan fixeren door de hendel
los te laten.
Kies de hoekstand van de rugleuning zodanig dat het stuur
nog goed vastgepakt kan worden zonder de armen te
moeten strekken. Bij het draaien van het stuurwiel zouden
de schouders contact moeten houden met de stoel. Men
zou een neighoek van niet meer dan 15° tot 20° moeten
instellen. Een te ver naar achteren gezette rugleuning
verhoogt het risico op pijn in de nek.
211