NL
Aanpassing van het luchtgordijn en de
luchtstroom
De richting en snelheid van de luchtstroom
moeten op basis van de belasting op de
opening worden afgesteld. Drukkrachten be
vloeden de luchtstroom en zorgen dat deze
naar binnen in het pand buigt (als het pand
verwarmd en de buitenlucht koud is). De
luchtstroom moet daarom naar buiten worden
gericht om de belasting te weerstaan. Circa
15° is een geschikte hoek. In het algemeen
geldt: hoe hoger de belasting, hoe groter de
benodigde hoek.
Basisinstelling ventilatorsnelheid
De ventilatorsnelheid wordt ingesteld met
behulp van de snelheidsknop. Let op dat
de richting en snelheid van de luchtstroom
eventueel nog verder moet worden aangepast,
afhankelijk van de belasting van de deur.
Service, reparatie en onderhoud
Voor alle service, reparatie en onderhoud
dient eerst het onderstaande te worden
opgevolgd:
1. Ontkoppel de voeding.
Let op! Units met elektrische verwarmingen
kunnen worden gevoed vanaf meer dan een
aansluiting.
2. Het serviceluik wordt geopend door eerst
het inlaatrooster te openen en dan de
schroeven aan de zijkant van de unit los te
draaien, zoals aangegeven op pagina 3.
Onderhoud
Aangezien de ventilatormotoren en overige
componenten onderhoudsvrij zijn, is er
geen onderhoud noodzakelijk behalve
schoonmaken; dit kan afhankelijk zijn van de
omstandigheden ter plaatse. Reinig de unit
ten minste tweemaal per jaar. Rooster, waaier
en elementen kunnen worden gestofzuigd of
met een vochtige doek worden afgenomen.
Vermijd het gebruik van sterk basische of zure
schoonmaakmiddelen.
Oververhitting
Het luchtgordijn met elektrische verwarming
is voorzien van een oververhittingsbeveiliging.
4
AGV 4000 A/E
Als deze door oververhitting is geactiveerd,
moet er als volgt worden gereset:
1. Ontkoppel de elektriciteit met de volledig
geïsoleerde schakelaar.
2. Laat het verwarmingselement afkoelen.
3. Stel de oorzaak van de oververhitting vast
en herstel het mankement.
4. Sluit de elektriciteit weer aan en start de
unit.
Alle motoren zijn voorzien van een integrale
thermische veiligheidsschakelaar. Als de
motortemperatuur te hoog wordt, stopt deze
het luchtgordijn. De veiligheidsschakelaar
reset automatisch als de motortemperatuur
weer binnen de werkingsgrenzen van de
motor ligt.
Vervanging van de ventilator
1. Stel vast welke ventilator niet werkt.
2. Ontkoppel de kabels naar de betrokken
ventilator.
3. Verwijder de schroeven waarmee de
ventilator is bevestigd en til de ventilator
uit de unit.
4. Plaats de nieuwe ventilator in omgekeerde
volgorde als boven.
Vervangen van het verwarmingselement
1. Markeer en ontkoppel de kabels naar het
verwarmingselement.
2. Verwijder de bevestigingsschroeven van de
batterij in de unit en til de batterij eruit.
3. Plaats het nieuwe element in omgekeerde
volgorde als boven.
Lokaliseren van storingen
Als de ventilatoren stilstaan, controleer dan
het volgende:
1. Levering van werkspanning naar de unit,
controleer zekeringen, onderbreker,
tijdschakelaar/thermostaat (indien
aanwezig) die de unit start en stopt.
2. Of de keuzeschakelaar voor de luchtstroom
goed is ingesteld.
3. Of de positiebegrenzer werkt (indien
aanwezig).
4. Of het inlaatrooster vuil is.