tot de helft van de lengte van de onderarm,
waarbij tenminste een ruimte van 3,8 cm
tussen de elleboogspalk en de polsspalk
wordt vrijgelaten
• d e helft van de grootste omtrek van de
onderarm
• d e helft van de omtrek van de hand over de
handgewrichtsknobbels
4. Indien gewenst de voering even groot
knippen maar nog niet aan de spalk-deken
vastmaken.
5. Op de spalk-deken en de voering het duimgat
aangeven op ongeveer 5 cm afstand vanaf de
distale en radiale zijkanten.
6. In de voering een gat knippen dat groot
genoeg is om de duim door te laten en een
deel van de spalk rond de duim vrijmaken dat
wordt opgerold (zie aanwijzingen 7 en 10).
7. De voering op de spalk-deken aanbrengen.
Na verhitting het duimgat in de spalk-deken
knippen en de randen van de opening tot het
buitenoppervlak van de spalk oprollen.
8. Indien mogelijk de hand van de patiënt met
de palm naar boven draaien in zo'n stand dat
de zwaartekracht meewerkt.
9. Vóór de patiënt gaan staan en de duim door
het duimgat leiden. De spalk over het volaire
oppervlak van de onderarm uitspreiden.
Het materiaal over de radiale kant van het
duimgat vormen en de spalk symmetrisch op
de onderarm blijven positioneren.
10. De rand van het duimgat terugrollen, zodat de
muis van de hand vrij komt.
11. De spalk in het midden langs de onderarm
leggen. De distale rand omvouwen, zodat de
distale plooi van de handpalm vrij is en de
spalk om de arm blijven vormen.
Het metalen omhulsel vastmaken
12. Plaats één van de metalen omhulsels op
de polsspalk op het niveau van het distale
spaakbeen en de ellepijp en geef aan waar
het omhulsel moet worden vastgemaakt (zie
foto A).
13. Indien nodig het omhulsel lichtjes buigen,
zodat deze vlak als volgt tegen de spalk
aanligt:
• O m te voorkomen dat men de drie
schroeven die uit het omhulsel steken
beschadigt, gebruikt men de zeskantsleutel
om ze in het omhulsel te schroeven.
• M et de twee sikkelvormige sleutels het
omhulsel handmatig buigen of met een
klemschroef als volgt tewerk gaan:
— d e beide zijden van de klauw 3,5 cm
openen
— h et omhulsel tussen de klauwen
plaatsen, zodat de uiteinden op de
randen van de klauwen rusten en het
buisgat tussen de klauwen past.
— d e geleidingspen van 1,9 cm horizontaal
tussen de schroefgaten aanbrengen
en er met een hamer op slaan om het
omhulsel te verbuigen.
14. Het tweede omhulsel op de laterale rand van
het onderarmgedeelte van de elleboogspalk
net distaal bij de plooi van de elleboog
plaatsen en aangeven waar het omhulsel
moet worden vastgemaakt (B).
15. Gaten van 6,4 mm in beide spalken ponsen of
boren.
16. De omhulsels vastmaken met de tweedelige
schroeven waarbij men het vrouwelijk
buitendeel van de schroef door de spalk
brengt en het mannelijke deel door het
omhulsel leidt.
Zie aanwijzing 20 t/m 35 voor het vastmaken van
de buizen en het voltooien van de spalk.
ROLYAN VOORGEVORMDE
DYNAMISCHE PRONATIE/SUPINATIE-
SPALK
Afmaken van de elleboog- en polsonderdelen
17. De elleboog- en polsonderdelen controleren
op de juiste pasvorm. De twee spalken
moeten tenminste 3,8 cm uit elkaar liggen op
de onderarm.
Als men de spalken korter wil maken
of veranderen, kan men ze met een
heteluchtpistool of in een pan heet water met
een temperatuur van 65-70° C verhitten tot
ze buigzaam zijn. Als men de hele spalk
verwarmt, kan deze zijn vorm verliezen.
Polyform kan gemakkelijk worden vervormd.
De beste resultaten worden verkregen
als men het materiaal met een wrijvende
beweging vorm geeft.
18. Indien gewenst kan men de vooraf geknipte
voering aanbrengen op het polsonderdeel.
19. Het metalen omhulsel aan het elleboogdeel
vastmaken met gebruik van de vooraf
geboorde gaten die zich op de laterale
rand van de onderarm moeten bevinden.
Het omhulsel met de tweedelige schroeven
vastmaken door het vrouwelijke buitendeel
van de schroef door de spalk te voeren en het
mannelijke deel door het omhulsel te leiden.
GELDT VOOR VOORGEVORMDE SPALK
EN SET
Vastmaken van de buizen
20. De drie schroeven in de omhulsels losdraaien,
zodat de buizen in de omhulsels passen.
Eén uiteinde van het buizenstelsel in het
omhulsel op het polsonderdeel aanbrengen,
zodat het einde van de buizen egaal aansluit
op het distale uiteinde van het omhulsel. De
schroeven in het omhulsel stevig vast draaien
rond de buizen (C).
21. Het andere uiteinde van de buizen in het
omhulsel op de elleboogspalk plaatsen maar
niet vastdraaien, zodat later aanpassingen
kunnen worden gedaan (C).
22. De bandjes aanbrengen zoals bedoeld. De
distale band op de elleboogspalk moet distaal
van de elleboogvouw maar proximaal aan het
omhulsel liggen.
Voorgevormde spalk: De rechte band en haak
die bij het polsonderdeel horen dienen om het
distale gedeelte van het polsonderdeel vast te
maken.
Gebruik van de spalk om de supinatie van de
onderarm te verhogen.
23. Als de elleboogspalk op de patiënt is
aangebracht, dient men de polsspalk
handmatig parallel te brengen met de arm (D).
24. De polsspalk en buizen aanbrengen over
de radiale rand van de onderarm, zodat de
buizen over het dorsale oppervlak van de arm
kruisen (E). De spalk aanbrengen.
25. De lengte van de buizen aanpassen door
deze door het elleboog-omhulsel te trekken.
Genoeg ruimte voor één vinger laten tussen
de buizen en de onderarm.
26. Het omhulsel van de elleboogspalk rond de
buizen vastdraaien.
27. Om de juiste kracht uit te oefenen de
polsspalk verwijderen en parallel leggen aan
het dorsale gedeelte van de onderarm (F). De
spalk en de buizen aanvankelijk 2
draaien bij naar binnengedraaide handpalm.
28. Zie aanwijzing 34 en 35 voor de laatste
aanpassingen van de spalk.
De spalk aanbrengen ter verhoging van de
pronatie van de onderarm.
29. Als de elleboogspalk is aangebracht op
de patiënt de polsspalk handmatig parallel
leggen aan het lidmaat (D).
30. Polsspalk en buizen onder de ulnaire rand van
de onderarm brengen, zodat de buizen langs
de ulnaire rand van de arm liggen (G). De
spalk aanbrengen.
31. De lengte van de buizen aanpassen door
deze door het elleboog-omhulsel te trekken.
Genoeg ruimte voor één vinger laten tussen
de buizen en de onderarm.
32. Het omhulsel van de elleboogspalk rond de
buizen vastdraaien.
33. Om de juiste kracht uit te oefenen de
polsspalk verwijderen en parallel leggen aan
het dorsale gedeelte van de onderarm (H).
De spalk en de buizen aanvankelijk 2 slagen
draaien bij naar binnengedraaide handpalm.
Laatste aanpassingen
34. Spalk aanbrengen. Men kan de kracht van de
rekking vergroten of verkleinen als men het
aantal draaislagen vergroot of verkleint of de
schroeven in het proximale metalen omhulsel
losdraait en de buizen verkort.
35. Als de buizen te lang zijn, kunnen deze
worden verkort, maar men dient tenminste 3,8
cm buis te laten uitsteken uit het omhulsel.
Als de spalk wordt gebruikt om zowel
pronatie en supinatie te verhogen kan men
het teveel aan buizen verkorten als de spalk
zich in de supinatie-stand bevindt vanwege
de benodigde extra lengte.
⁄
slagen
1
2
3