Veiligheidsinstructies
– De op het apparaat aange-
brachte waarschuwings- en
aanwijzingsborden geven
aanwijzingen voor gebruik
zonder gevaar.
– Naast de instructies in de ge-
bruiksaanwijzing moeten de
algemene voorschriften inza-
ke veiligheid en ongevallen-
preventie van de wetgever in
acht genomen worden.
Gevarenniveaus
GEVAAR
Verwijzing naar een onmiddellijk
dreigend gevaar dat tot ernstige
en zelfs dodelijke lichaamsver-
wondingen leidt.
WAARSCHUWING
Verwijzing naar een mogelijke
gevaarlijke situatie die tot ernsti-
ge en zelfs dodelijke lichaams-
verwondingen kan leiden.
VOORZICHTIG
Verwijzing naar een mogelijk ge-
vaarlijke situatie die tot lichte
verwondingen kan leiden.
LET OP
Verwijzing naar een mogelijke
gevaarlijke situatie die tot mate-
riele schade kan leiden.
Elektrische componenten
GEVAAR
Gevaar van stroomschok
Bij reiniging en onderhoud al-
tijd het apparaat uitschakelen
en de stekker uit het stopcon-
tact trekken.
Reparatiewerkzaamheden en
werkzaamheden aan elektri-
sche onderdelen mogen en-
kel door de geautoriseerde
klantenservice uitgevoerd
worden.
Pak de stekker en wandcon-
tactdoos nooit met vochtige
handen beet.
Controleer de stroomaansl-
uitleidingen met netstekker
voor elk gebruik op schade.
Laat beschadigde stroom-
aansluitleidingen onmiddellijk
door een geautoriseerde
klantenservice / electricien
vervangen. Neem een appa-
raat met beschadigde
stroomaansluitleiding niet in
bedrijf.
Gebruik geen schuurmiddel,
glas- of allesreiniger!
Dompel het apparaat niet in
water!
Transporteer / draag het ap-
paraat niet aan de stroomlei-
ding.
Het elektriciteitssnoer niet
over scherpe randen trekken
en niet bekneld laten raken.
Trek de netstekker niet uit het
stopcontact door aan de
stroomkabel te trekken.
WAARSCHUWING
Het apparaat mag enkel aan
een elektrische aansluiting
aangesloten zijn die door een
elektromonteur conform IEC
60364 werd uitgevoerd.
Sluit het apparaat enkel aan
wisselstroom aan. De span-
– 6
NL
33