3 – Sensor van de diepvriezer
Het toestel koelt nog, maar een vakman dient het toestel na te kijken.
7.
Bedieningspaneel en schematisch diagram van het elektronisch paneel.
•
Zet de thermostaat op stand 4 voor normaal en dagelijks gebruik.
•
De temperatuur in het toestel is onderhevig aan verschillende factoren zoals de
omgevingstemperatuur, de hoeveelheid voedingsmiddelen die wordt bewaard, het aantal
keren dat de deur wordt geopend.
Opmerking: wanneer de thermostaat op stand 1 staat, is het mogelijk dat de compressor
regelmatiger aanslaat.
Temperatuuraanduiding
Het symbool geeft de koudste zone van uw koelkast aan, waar de
temperatuur lager of gelijk is aan 4°C. Deze laatste bevindt zich
bovenaan het toestel (in zone 1).
Voor een goede bewaring van de voedingsmiddelen
in uw koelkast, met name in de koudste zone, dient
de melding "OK" weergegeven te worden op de
temperatuuraanduiding.
Indien de melding "OK" niet weergegeven wordt, is de gemiddelde temperatuur van die zone
te hoog. Stel de thermostaat in op een lagere temperatuur.
Bij elke wijziging van de instelling van de thermostaat, wacht u tot de temperatuur aan de
binnenkant van het toestel zich stabiliseert alvorens, indien noodzakelijk over te gaan tot
een nieuwe instelling. Wijzig de stand van de thermostaat uitsluitend trapsgewijs en wacht
minstens 12 uur alvorens de temperatuur opnieuw te controleren.
Opmerking: Nadat u het toestel heeft gevuld met voedingsmiddelen of nadat de deur
herhaaldelijk werd geopend (of lange tijd open stond), is het normaal dat de melding "OK"
niet op de temperatuuraanduiding verschijnt; wacht minstens 12 u. alvorens de thermostaat
opnieuw af te stellen.
Stel uw thermostaat in
OK
Correcte temperatuur
45
V.1.0
gebruik