nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
Deze gids vervangt de installatie-, bedienings- en onderhoudshandleiding niet.
Het gekwalificeerde personeel moet zich ervan verzekeren dat het de installatie-, bedienings- en
onderhoudshandleiding heeft gelezen alvorens het product te installeren en gebruiken.
Minimaal aanbevolen volume van het membraandrukreservoir
Nomimale capaciteit [m³/h (gpm)]
Volume van het reservoir [l (US gal)] > 8 (2.1) > 24 (6.3)
Aansluiting
1.
Verbind de sensor van het hydraulische systeem stroomafwaarts van de terugslagklep en met de meegeleverde kabel.
2.
Verbind de pomp met het hydraulische systeem.
3.
Laat de pomp aanzuigen.
4.
Laad het membraandrukreservoir voor met 90% van de vereiste waarde of P03-herstartwaarde, indien beschikbaar.
5.
Sluit het netsnoer aan op de unit met behulp van de M20-kabelwartel. Zie afbeelding 1.
6.
Open het deksel van de klemmenkast. Zie afbeelding 1.
7.
Aansluiten (zie afbeelding 2):
a)
De aardingsgeleider op terminal 1 (enkelfasige en driefasige versies)
b)
De fasegeleider op terminal 2 (enkelfasige versies) of op de terminals 2, 3 of 4 (driefasige versies)
c)
De neutrale geleider op terminal 3 (alleen enkelfasige versies).
8.
Als het regelapparaat voor laag water aangesloten moet worden, verwijder de startkabel van de terminals 13 en 14
(enkelfasige versies) of de terminals 11 en 12 (driefasige versies). Zie afbeelding 2.
9.
Zie de afbeeldingen 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 voor de externe aansluitingen.
10. Doe het deksel van de klemmenkast dicht en draai alle schroeven en kabelwartels vast.
Inbedrijfstelling
1.
Schakel de unit in.
2.
Wacht totdat alle leds branden.
3.
Druk op de knoppen
4.
Druk op de knop
5.
Controleer of de druk van het hydraulische systeem overeenkomt met het vereiste instelpunt.
6.
Sluit het hydraulische systeem dat zich stroomafwaarts van de sensor bevindt en controleer of de pomp naar
behioren stopt.
Opmerking: het hoofdscherm verandert van 10 x rpm naar bar/psi wanneer u op de knoppen
tegelijkertijd drukt.
Softwareparameters
Nr.
Parameter
P01 Vereiste waarde
P02 Werkelijke gewenste waarde
P03 Regeling van de herstartwaarde
P04 Automatisch starten
P05 Bedrijfstijd in maanden
P06 Bedrijfstijd in uren
P07 Motor Tijd Maanden
P08 Motor tijd uren
P09 1e fout
P10 2e fout
P11 3e fout
P12 4e fout
P13 Temperatuur stroommodule
P14 Wisselstroom
P15 Wisselspanning
P16 Snelheid van de motor
P17 Softwareversie
P20 Wachtwoordinvoer
P21 Jog-modus
P22 Systeemwachtwoord
P23 Vergrendelingsfunctie
20
3 (13.2) 22 (96.8)
of
om het drukinstelpunt in te stellen.
om de pomp te doen draaien.
+
Type* Meeteenheid
bar/psi/rpm x 10
bar/psi
%
maanden
h
maanden
h
°C
A
V
rpm x 10
-
-
rpm x 10
-
-
of
+
Standaard
100
AAN
66
AAN