Het volgende schema raadplegen om zeker te zijn van de juiste afstand tot de muren en het plafond:
Stap 2: De montageplaat aan de muur
bevestigen
De montageplaat dient voor het monteren
van de binnenunit.
1. De schroef verwijderen die de
montageplaat op de achterzijde van de
binnenunit bevestigt.
2. De montageplaat tegen de muur
plaatsen in een ruimte die beantwoordt
aan de normen van "Stap 1: Keuze
van de plaats van de installatie". (Zie
voor de gedetailleerde informatie de
afmetingen van de platen op het
montageschema.)
3. De gaten boren voor de
montageschroeven op plekken die:
• pennen bezitten en in staat zijn het
gewicht van het apparaat te dragen
• overeenkomen met de schroefgaten
in de montageplaat
4. De montageplaat aan de muur
bevestigen met de meegeleverde
schroeven.
5. Controleren of de montageplaat
goed tegen de muur gedrukt is.
OPMERKING VOOR MUREN VAN
BETON OF BAKSTEEN
In geval van een muur van baksteen, beton of
gelijkwaardig materiaal moet men gaten met
een diameter van 5 mm boren in de muur en
hier de meegeleverde pluggen in doen.
Vervolgens de montageplaat aan de muur
bevestigen door de schroeven rechtstreeks in
de pluggen vast te draaien.
Pagina
12
12 cm of meer
15 cm of meer
2,3 m of meer
Fig. 3.1
Stap 3: Het gat in de muur boren om de leidingen
aan te sluiten
U moet een gat in de muur boren voor de
koudemiddelleidingen, de afvoerleidingen en de
signaalkabel waarmee de binnenunit met de
buitenunit verbonden kan worden.
1. De plaats van het gat in de muur
bepalen op basis van de positie van de
montageplaat. De afmetingen van de
montageplaat raadplegen op de volgende
pagina, hiermee kunt u de optimale positie
bepalen. Het gat in de muur moet een
diameter van minstens 65 mm hebben en
enigszins naar beneden gericht zijn, om
het draineren te vergemakkelijken.
2. Met een boortje van 65 mm een gat in
de muur boren. Er voor zorgen dat het gat
enigszins naar beneden gericht is, zodat
het externe gedeelte van het gat zicht ca.
5 tot 7 mm lager bevindt dan het interne
gedeelte. Hierdoor is een goede afvoer
mogelijk. (Zie Fig. 4.2)
3. De beschermkap van de wand in het gat
plaatsen. Hiermee worden de randen
van het gat beschermd en zal het
metselen eenvoudiger zijn na het
voltooien van de installatie.
LET OP
Tijdens het boren van het gat in de muur dient
men ervoor te zorgen dat men bedrading,
waterleidingen en andere gevoelige
componenten vermijdt.
12 cm of meer