Speciale Aanwijzingen Voor Het Spoelen Van Drinkwaterleidingen (C) - Rothenberger ROPULS eDM Serie Instrucciones De Uso

Ocultar thumbs Ver también para ROPULS eDM Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 39
4. De uiteindelijke installatie-onderdelen (zoals eengreepsmengkranen, haakse afsluiters, enz.)
mogen voor het spoelproces niet gemonteerd worden.
Bij eventuele inbouwarmaturen moeten de gegevens van de fabrikant in acht worden geno-
men.
Installatievoorbeeld: Afbeelding B2 Spoelen van inbouw-thermostaatkleppen.
Installatievoorbeeld: Afbeelding B3 Spoelen van inbouw-eengreepsmengkranen.
5. De afvoerslangen moeten zodanig op de aftaparmaturen worden gemonteerd, dat ze niet
kunnen knikken. Daarna moeten de slangen in een afvoer met voldoende grootte geleid en
bevestigd worden (anders zou het einde van de slang door de plotselinge grote druk kunnen
wegschieten).
6. De lengte van de spoelstreng mag langer zijn dan 100 meter.
7. Om gevoelige armaturen te beschermen, dient voor de ROPULS eDM altijd een drukrege-
laar te worden gemonteerd.
8. Alle geïnstalleerde waterleidingen moeten worden gecontroleerd op eventuele lekkage.
9. Na elk gebruik: Leeg slangen en spoelcompressor volledig. Voorkom dat er water in de
slangen en spoelcompressor achterblijft. Alles op een droge plek opbergen.
6.2
Speciale aanwijzingen voor het spoelen van drinkwaterleidingen
Conform DIN 1988-2 / EN 806-4 moeten nieuw aangelegde drinkwaterleidingen voor ingebruik-
name gespoeld worden, waarbij spoelen met een pulserend lucht-watermengsel, het spoelresul-
taat verbetert.
Deze spoelcompressor is geschikt voor het reinigen van leidingen met een maximum binnendi-
ameter van 2".
Bij het saneren van door legionella besmette installaties raden wij u aan, om vóór het desinfec-
teren het systeem te reinigen met een pulserend lucht-watermengsel.
Voor het aansluiten op het drinkwatersysteem moet u controleren of de spoelcompressor en alle
toebehoren (bijv. slangen, drukregelaars) hygiënisch in orde zijn.
De volgende punten moeten bij het spoelen conform DIN 1988-deel 2 fundamenteel in acht
worden genomen:
1. De opdrachtgever / planner moeten bij het spoelen aanwezig zijn. Nadat het spoelen vol-
tooid is, moet er een volledig spoelverslag worden gemaakt.
2. Het voor het spoelen gebruikte drinkwater moet (conform DIN 1988 / DIN 50930) gefilterd
zijn.
3. Het spoelwater moet in de grootste leiding een mi-nimale snelheid van 0,5m/s hebben. Om
deze snelheid te bereiken, moet er een minimum aantal aftappunten DN 15 geopend zijn
(zie tabel). Als de noodzakelijke volumestroom (de noodzakelijke snelheid van de stroming)
desondanks niet bereikt wordt, dan moet middels een reservoir en een pomp de snelheid
worden aangepast.
De minimum volumestroom en het minimum aantal te openen aftappunten voor het spoelen, bij
een minimum stromingssnelheid van 0,5 m/s.
Grootste nominale diameter van de distributieleiding
DN
Minimum volumestroom bij volledig gevulde distribu-
tieleidingen Q in l/min
Minimum aantal te openen aftappunten DN 15
4. De leidingen voor koud- en warm water moeten apart gespoeld worden. Leidingsystemen
worden in secties gespoeld. In de regel wordt elke stijgleiding als een spoelsectie gezien.
De leiding per spoelsectie mag niet langer zijn dan 100 meter. Begin met de stijgleiding die
zich het dichtst bij de spoelcompressor bevindt. Als een bepaalde stijgstreng te klein is om
de minimum volumestroom in de distributieleiding te waarborgen, dan moeten meerdere
strengen tot een spoelsectie gebundeld worden.
5. In de afzonderlijke spoelsecties worden de aftappunten etagegewijs van onder naar boven
geopend, waarbij per etage het aftappunt dat zich het verst van de stijgleiding bevindt, als
64
25
15
1
NEDERLANDS
32
40
50
25
38
59
2
3
4
(C)
65
100
6

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido