5.4 Zaagblad verwijderen
1. Activeer de transportbeveiliging.
2. Draai de vergrendelingsbus van de gereedschapopname linksom en houd hem ingedrukt.
3. Trek het zaagblad naar voren uit de gereedschapopname.
4. Laat de vergrendelingsbus terugglijden.
5.5 Contactschoen verstellen
Aanwijzing
Door de contactschoen in te stellen kan de zaagbladlengte optimaal worden benut en de toegankelijk-
heid van de hoeken worden verbeterd. De contactschoen vergrendelt op afstanden van 6 mm (¹⁵/₆₄")
ein.
De contactschoen niet tijdens het gebruik verstellen.
1. Activeer de transportbeveiliging.
2. Verwijder het zaagblad.
3. Druk de druktoets voor de verstelling van de contactschoen in en houd deze ingedrukt.
4. Schuif de contactschoen in de gewenste positie.
5. Laat de druktoets voor de verstelling van de contactschoen los.
6. Controleer of de contactschoen is vergrendeld door eraan te trekken.
5.6 Zaagsnelheid instellen
Aanwijzing
De geadviseerde instelling van de zaagsnelheid is te vinden in de toepassingstabel.
1. Draai de zaagsnelheidsregelaar en stel de zaagsnelheid in tussen 1 (laag) en 6 (hoog).
2. Druk op de regelschakelaar.
Aanwijzing
De geselecteerde zaagsnelheid wordt ingesteld.
5.7 Leidingzaagadapter (toebehoren)
1. Activeer de transportbeveiliging.
2. Verwijder het zaagblad.
3. Druk de druktoets voor de verstelling van de contactschoen in en houd deze ingedrukt.
4. Trek de contactschoen naar voren van het apparaat af.
5. Schuif de leidingzaagadapter van voren in de gewenste positie in het apparaat.
6. Laat de druktoets voor de verstelling van de contactschoen los.
7. Controleer of de leidingzaagadapter is vergrendeld door eraan te trekken.
8. Open de schroefklem op de leidingzaagadapter helemaal.
9. Leg de ketting van de leidingzaagadapter om de leiding en haak deze in de adapter.
Aanwijzing
Het apparaat en de spanbout moeten onder een hoek van 45° ten opzichte van elkaar staan.
10. Sluit de schroefklem.
5.8 Accu aanbrengen
WAARSCHUWING
Elektrisch gevaar Gevaar door kortsluiting.
▶ Controleer alvorens de accu aan te brengen of de contacten van de accu en de contacten in de
reciprozaag schoon zijn.
80
5
6
7
8