paragraaf "2.1 Training" is een ondertitel van
"2. Veiligheidsvoorschriften". De verwijzingen
naar titels of paragrafen zijn aangegeven met
de afkorting hfdst. of par. en het desbetreffend
nummer. Voorbeeld: "hfdst. 2" of "par. 2.1".
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 TRAINING
Lees deze aanwijzingen aandachtig
alvorens de machine te gebruiken.
Zorg dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsknoppen en in staat bent de
machine op de juiste wijze te gebruiken. Leer
de motor snel af te zetten. Het niet in acht
nemen van de voorschriften en instructies
kan brand en/of ernstige letsels veroorzaken.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies
om ze in de toekomst te kunnen raadplegen.
• Laat nooit toe dat de machine gebruikt
wordt door kinderen of door personen die
niet vertrouwd zijn met deze aanwijzingen.
De minimale leeftijd van de gebruiker
kan landelijk gereglementeerd zijn.
• Gebruik de machine nooit indien de
gebruiker vermoeid of onwel is, of indien
hij geneesmiddelen, drugs, alcohol of
andere stoffen ingenomen heeft die een
negatieve invloed kunnen hebben op
zijn reactievermogen en aandacht.
• Denk eraan dat de persoon die de machine
bedient of de gebruiker aansprakelijk is voor
ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen
die personen of hun eigendommen
kunnen overkomen. Het valt onder de
verantwoordelijkheid van de gebruiker om de
risico's, die het terrein waarop hij moet werken
met zich mee kan brengen, te beoordelen
en om alle nodige voorzorgsmaatregelen te
treffen met het oog op zijn eigen veiligheid
en die van anderen, met name op hellingen,
hobbelige, gladde of instabiele terreinen.
2.2 VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
• Gebruik de sneeuwruimer niet zonder
geschikte kledij te dragen.
• Draag schoenen die een goede stabiliteit
toestaan op gladde oppervlaktes.
• Draag steeds een bril of een vizier tijdens
het gebruik, tijdens het onderhoud of
tijdens de herstellingen. De werking van
aangedreven machines kan vreemde
voorwerpen in de ogen doen schieten.
• Gebruik geluiddempende gehoorbescherming.
Werkzone / Machine
• Controleer de zone die gereinigd moet worden
zorgvuldig en verwijder eventuele duidelijk
zichtbare vreemde voorwerpen. Bijvoorbeeld
deurmatten, sleeën, planken, draden, enz.
• Controleer of alle commando's die bewegende
organen in werking zetten, uitgeschakeld
zijn vooraleer de motor op te starten.
• Stel de hoogte van de beschermende
carter van de toevoerschroef af om grind-
of rotsachtige oppervlaktes te vegen.
• Vooraleer aan te vangen sneeuw te
ruimen, moet men wachten tot de motor
en de machine zich aan de externe
temperatuur aangepast hebben.
Benzinemotoren: brandstof
• Waarschuwing: de brandstof is zeer
ontvlambaar. Voorzichtig hanteren!
• Bewaar de benzine steeds
in geschikte houders.
• Vul enkel benzine bij met een vultrechter en in
open lucht; rook niet tijdens deze handelingen.
• Vul de benzine bij vooraleer de motor aan te
schakelen. Open de dop van het reservoir
niet en vul geen benzine bij wanneer de
motor aangeschakeld of nog warm is.
• Indien er brandstof lekt, mag men de motor
niet opstarten, maar moet men de machine
uit de zone halen waar de brandstof gelekt
is en onmiddellijk alle sporen van brandstof
van de machine of van het terrein reinigen.
• Draai de dop van het reservoir en van de
houders van de brandstof goed dicht.
• Zorg ervoor dat de brandstof niet in
aanraking komt met de kledij en trek in
ieder geval steeds nieuwe kleren aan
vooraleer de motor op te starten.
2.3 TIJDENS HET GEBRUIK
Werkzone
• Gebruik de machine niet in omgevingen
met gevaar op ontploffing, in aanwezigheid
van ontvlambare vloeistoffen, gas of stof.
Elektrische contacten of mechanische
wrijvingen kunnen vonken veroorzaken die het
stof of de dampen kunnen doen ontbranden.
• Schakel de motor niet aan in gesloten
ruimtes, waar er zich gevaarlijke
koolstofmonoxidedampen kunnen
vormen. De machine dient altijd in de
open lucht of in een goed geventileerde
ruimte gestart te worden! Denk er altijd
aan dat de uitlaatgassen giftig zijn!
NL - 2