4.3.1 Montage van de handvaten
van de hendels
Draai ieder handvat van de schroefstaaf van de
hendel van de versnelling vast (afb. 7.A) en in
de schroefstaaf van de hendel voor het richten
van de deflector (afb. 7.B, Type ST 526 S).
Sluit de bevestigingsbout af.
4.4 MONTAGE VERSNELLINGSBAK
1. Plaats het scharnier (afb. 8.A) van het
commando van de versnelling in de
opening van de hendel (afb. 8.B) om
deze aan de aandrijving te verbinden en
te bevestigen met de bout(afb. 8.C).
2. Breng het bovenste deel (afb. 8.D) van het
commando van de versnelling nabij de
opening van het onderste deel van de hendel
van de versnelling en bevestig het met de pin
(afb. 8.E) en de splitbout (vooraf gemonteerd
op de hendel van de versnelling) (afb. 8.F).
4.5 MONTAGE GLIJVLAK
1. Enkel voor Type ST 627 S: demonteer
het deksel van de motor voor rotatie
van het glijvlak, door de 2 zijdelingse
schroeven los te draaien (afb. 9.G).
2. Plaats de glijring (afb. 9.D) en het glijvlak
(afb. 9.C) op de flensverbinding (afb. 9.E).
3. Plaats de sloffen (afb. 9.B) onder de
flensverbinding (afb. 9.E) en zorg
ervoor dat de openingen van de slof
overeenstemmen met de openingen
van de basis van het glijvlak.
4. Plaats de schroeven met de rondsels in
de openingen en bevestig ze (afb. 9.A).
5. Enkel voor Type ST 627 S: hermonteer
het deksel van de motor voor rotatie
van het glijvlak, door de 2 zijdelingse
schroeven vast te draaien (afb. 9.G).
4.5.1 Montage kabel richting
uitlaatglijvlak (ST 526 S)
De richtkabel heeft als doel het uitlaatglijvlak aan
het richthandwieltje op het instrumentenbord
te verbinden, om zo het glijvlak in de
gewenste richting te kunnen richten.
1. Bevestig de groep van de toevoerschroef
(afb. 9.F) op de steun, en controleer of
deze groep correct op het getande deel
van het glijvlak geplaatst is (afb. 9.C).
2. Koppel de vierkante sectie van de flexibele
kabel vast aan de desbetreffende huizing van
de onderste basis van het handwieltje (indien
dit niet vooraf gemonteerd is).
3. Draai de ringmoer (afb. 10.B) van
de kabel vast op het onderste deel
van het handwiel (afb. 10.A) (indien
dit niet vooraf gemonteerd is).
4.5.2 Montage oriëntatiekabel
deflector (ST 526 S)
De oriëntatiekabel van de deflector heeft als doel
de deflector van het glijvlak aan het commando
op het instrumentenbord te verbinden, om
dit zo omhoog / omlaag te brengen om het
in de gewenste richting te kunnen richten.
1. Plaats de pin (afb. 11.B) op het
einddeel van de inschakelhendel.
2. Steek het uiteinde van de richtdraad
(afb. 11.C) in de pin (afb. 11.B).
3. Steek de spiltspie in de pin en
blokkeer ze (afb. 11.D).
4. Steek de regelschroef
(afb. 11.A) in de huizing (afb. 11.E)
en sluit de moer (afb. 11.A).
4.5.3 Bevestiging connectoren
oriëntatie van de deflector en
van het glijvlak (ST 627 S)
Door de elektrische connectoren voor
de oriëntatie van de deflector en van het
glijvlak te verbinden, geeft men energie aan
het systeem, waardoor het glijvlak in de
gewenste richting gedraaid kan worden.
Bevestig de connectoren voor toevoer aan
het instrumentenbord (afb. 12.A), van de
oriëntatiekabel van de deflector (afb.12.B) en
van het glijvlak (afb. 12.C) aan hun koppelingen.
Steek de kabel door de draadleider
(afb. 12.D) achter de motor.
4.6 MONTAGE VERLENGSTUK
TOEVOERSCHROEF (ST 627 S)
Het verlengstuk van de toevoerschroef staat
toe een grotere hoeveelheid sneeuw in de
toevoerschroef op te vangen, en zo het
werk te optimaliseren en te versnellen.
1. Plaats het verlengstuk van de
toevoerschroef op het bovenste deel van
de toevoerschroef, zoals aangegeven
op de afbeelding (afb. 13.A).
2. Plaats de schroeven en de bouten in
de gaten en blokkeer ze (afb. 13.B).
NL - 7