Algemene Beschrijving; Technische Gegevens - Grundfos GRA1031 Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 12
INHOUD
1.

Algemene beschrijving

1.1
Definities
1.2
Logica
2.

Technische gegevens

3.
Bevestiging en instellen van de
doseerbewaking
4.
Afvalverwerking
Lees deze installatie- en bedienings-
instructies voorafgaand aan de installatie.
De installatie en bediening dienen volgens
de lokaal geldende voorschriften en regels
van goed vakmanschap plaats te vinden.
1. Algemene beschrijving
Afb. 1
Bewaking gemonteerd op perszijde van
de pomp
De doseerbewaking is ontwikkeld voor het monitoren
van vloeistoffen die gasvorming in de doseerkop
kunnen veroorzaken, hierdoor wordt er niet gedo-
seerd terwijl de pomp wel blijft draaien.
Tijdens het doseerproces geeft de doseerbewaking
pulssignalen naar de ingang op de pomp zodat de
pomp de gemaakte doseerslagen (van de interne
slag sensor) kan vergelijken met de extern gemeten
fysieke slagen (van de doseerbewaking). Als er na
een interne doseerslag geen externe doseerslag
gemeten wordt, wordt dit beschouwd als een storing
die kan zijn veroorzaakt door een lege tank of door
gas in de doseerkop.
DME/S 2 tot 48: De doseerbewaking dient aange-
sloten te worden op de niveau ingang. Deze ingang
dient geconfigureerd te worden voor de doseerbewa-
king. Als gevolg hiervan kan deze niet meer als
niveau ingang gebruikt worden.
16
DME 60 tot 940: De doseerbewaking dient aange-
sloten te worden op de daarvoor bestemde ingang.
Pagina
Deze ingang dient geconfigureerd te worden voor de
16
doseerbewaking.
16
Wanneer de ingang geschikt gemaakt is voor de
16
doseerbewaking en deze is aangesloten en inge-
16
steld, zal de doseerbewakingsfunctie geactiveerd
worden.
17
1.1 Definities
17
Correcte doseerslag: Een puls van de doseerbewa-
king reageert binnen acceptabele tijd op het interne
slagsignaal.
Incorrecte doseerslag: De doseerbewaking stuurt
niet binnen acceptabele tijd een puls als reactie op
het interne slagsignaal (de pomp werkt niet).
1.2 Logica
Als een aantal incorrecte doseerslagen worden uit-
gevoerd, zal de pomp blijven werken, maar overgaan
op de storingsmodus. Het rode indicatielampje zal
aan zijn en de storingsuitgang, indien aanwezig, zal
geactiveerd worden (AR variant).
Wanneer een correcte doseerslag wordt opgemerkt,
zal het rode indicatielampje uit gaan en de storings-
uitgang, indien aanwezig, zal gedeactiveerd worden.
2. Technische gegevens
Maximale druk
Maximale vloeistoftemperatuur
Maximale viscositeit van
de vloeistof
*) DME 60 tot 940: Als er een vloeistof met een
hogere viscositeit wordt verpompt, is het aan te
bevelen om de prestatie van de pomp te testen
met de te verpompen vloeistof.
Materialen die in contact staan met het te
verpompen medium
Huis
Pakkingen
10 bar
50 °C
500 mPa s*)
Polypropyleen
EPDM/FKM

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido