Grijp de moer van de klemhuls van de spil (2) met een vlakke sleutel (in de set).
Met de tweede vlakke sleutel (in de set) blokkeer de spil (3) door de vlakke sleutel op een vaste positie
vast te houden.
Draai de moer van de klemhuls van de spil (2) in de richting tegen de klok los (afb. A).
Indien nodig neem het werkstuk weg, maak de spil schoon en plaats de nieuwe zodat de pen in de
klemhuls zich bevindt. Het is aangeraden om de pen van het werkstuk op een maximale diepte in te
schuiven, maar op zulke manier dat het werkende element van het werkstuk niet direct de moer van
de klemhuls van de spil (2) aanraakt.
Hou de vlakke sleutel om de spil (3) te blokkeren en draai de moer van de klemhuls van de spil vast
(2) (afb. A).
Controleer regelmatig het vastdraaien van de moer van de klemhuls van de spil (2).
Het is niet aangeraden om de moer van de spil te sterk vast te draaien indien het werkstuk nog niet
erin zit. Telkens bij uitwisseling van het werkstuk controleer of de diameter van de bevestigende pen
aan de klemhuls van de slijper aangepast is (1).
Laat geen bevestigingssleutels in het toestel zitten. Alvorens de slijper aan te zetten, controleer of
de sleutels weggenomen werden.
In een ander geval kan de slijper beschadigd worden en de bediener letsels oplopen.
Alvorens met de werkzaamheden te beginnen, controleer de toestand van het werkstuk. Gebruik
geen gebroken, versleten of op een andere manier beschadigde werkstukken. Zulke werkstukken
dienen altijd te worden vervangen.
AAN- / UITZETTEN
Tijdens het aanzetten van de slijper, grijp het toestel met beide handen. De beste controle over de
slijper verkrijgt u door het met de ene hand vasthouden op de hoofdbehuizing (6) en met de tweede
hand op de kraag van de spil (4).
Verschuif de schakelaar (5) naar voren – naar de moer van de klemhuls van de spil (2).
Om een continue werking te verkrijgen – druk op het voorste deel van de schakelaar.
De schakelaar gaat automatische geblokkeerd worden.
Om het toestel uit te zetten – druk op het achterste deel van de schakelaar (2).
Na het aanzetten van de slijper wacht totdat het werkstuk de maximale snelheid gaat bereiken
en pas daarna begin het werk. Het is verboden om op de schakelaar tijdens de werkzaamheden te
drukken om de slijper aan- en uit te zetten. De schakelaar mag alleen bediend worden als de slijper
het bewerkte materiaal niet aanraakt.
INSTELLEN VAN DE TOERENTAL
In het bovenste deel van de behuizing van de slijper bevindt zich de toerental draaiknop (7) (afb. B). Het
instelbereik bedraagt van 1 tot 6. De toerental kan afhankelijk van de behoefte van de gebruiker gewijzigd
worden.
Het goed instellen van de toerental gaat makkelijker bij grotere ervaring. Meestal eisen de meer harde
materialen grotere waarde van de toerental. Het is aangeraden om de toerental bij werkstukken met
grotere diameters te verminderen.
Om de controle over het gereedschap niet te verliezen, stel de toerental alleen in als de slijper het
bewerkte materiaal niet aanraakt.
SLIJPEN
Gebruik voor slijpwerkzaamheden alleen werkstukken die voor de rechte slijper bestemd zijn,
bv. slijpstenen op een pen. De maximale toegestane toerental van het gebruikte werkstuk kan
niet lager zijn dan de maximale toerental van de slijper zonder belasting.
Elke soort werkstukken alsook bewerkt materiaal eisen een aangepaste werkmethode en
toepassing van de aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen.
WERK / INSTELLINGEN
149