Ingebruikname; De Algehele Motorconditie Controleren; Vullen Met Gebruiksvloeistoffen; Oliepeil Controleren (03, 10) - AL-KO Tech 140 Manual Del Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 54
NL
zelfs sterfgevallen kan leiden. Neem het vol-
gende in acht:
Rook nooit, terwijl u met benzine werkt.
Werk uitsluitend in de buitenlucht met
benzine en nooit in afgesloten ruimten.
Neem beslist altijd de volgende gedrags-
regels in acht.
Transporteer en bewaar benzine en olie uit-
sluitend op in goedgekeurde voorraadvaten.
Zorg ervoor dat de opgeslagen benzine en
olie niet toegankelijk zijn voor kinderen.
Zorg ervoor, om bodemvervuiling (milieube-
scherming) te vermijden, dat bij het tanken
geen benzine en geen olie in de aarde te-
rechtkomt. Gebruik bij het tanken een trech-
ter.
Tank het apparaat nooit af in gesloten ruim-
ten. Op de vloer kunnen zich benzinedampen
verzamelen waardoor het tot een explosieve
verbranding of zelfs explosie kan komen.
Veeg gemorste benzine altijd onmiddellijk op
van het apparaat of de vloer. Laat de doeken
waarmee u benzine afgeveegd heeft, op een
goed geventileerde plaats drogen voordat u
deze weggooit. Anders kan spontane zelfont-
branding optreden.
Bij het morsen van benzine ontstaan benzin-
edampen. Start de motor daarom niet op de-
zelfde plaats, maar op minstens 3 m afstand.
Vermijd huidcontact met producten van mine-
rale oliën. Adem geen benzinedampen in.
Draag altijd veiligheidshandschoenen om
brandstof bij te vullen. Vervang en reinig de
beschermende kleding regelmatig.
Let erop dat uw kleding niet in contact komt
met benzine. Vervang uw kleding onmiddel-
lijk wanneer benzine op uw kleding terecht-
gekomen is.
Tank het apparaat nooit af, bij draaiende of
hete motor.

4 INGEBRUIKNAME

OPMERKING Voor ingebruikname:
altijd een visuele controle uitvoeren. Met los-
zittende, beschadigde of versleten bedrijfs-
en/of bevestingsonderdelen mag de motor
niet worden gebruikt.
Vul de motor beslist met motorolie.
32
4.1

De algehele motorconditie controleren

1. Controleer de motor op:
Aanwijzingen voor olie- of benzinelekk-
ages op de buiten- en onderkant van de
motor.
Overmatig vuil of vreemde voorwerpen
Zichtbare beschadigingen
Stevige bevestiging van alle bouten en
moeren
Stevige bevestiging en aanwezigheid van
afschermingen en afdekkingen
Beschadiging en vervuiling van het lucht-
filter
Brandstofpeil
Motoroliepeil
2. Verhelp vastgestelde gebreken voor inge-
bruikname.
4.2

Vullen met gebruiksvloeistoffen

WAARSCHUWING! Brand- en explosie-
gevaar. Benzine en olie zijn zeer gemakkelijk
ontvlambaar. Een brand kan dodelijk letsel tot ge-
volg hebben.
Vul de motor uitsluitend in de vrije buitenlucht
met benzine en olie, uit de buurt van open
vuur of warmtebronnen.
Vervang de tank of tankdop onmiddellijk wan-
neer deze beschadigd is/zijn.
Tankdop altijd stevig sluiten.
Wanneer er benzine is uitgelopen:
De motor niet starten.
Startpogingen voorkomen.
Reinig de grasmaaimachine en de motor.
Gemorste brandstof kan op kunststofon-
derdelen tot beschadigingen leiden: Veeg
de brandstof meteen weg. De garantie
dekt geen schade, die is veroorzaakt
door op de kunststofonderdelen gemors-
te brandstof.
4.2.1

Oliepeil controleren (03, 10)

LET OP! Gevaar voor beschadiging van de
motor. Laag oliepeil kan motorschade veroorza-
ken.
Controleer regelmatig het oliepeil.
Vul olie bij wanneer het oliepeil laag is.
Ingebruikname
Tech 140 | Tech 160

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Tech 160

Tabla de contenido