Facom 720.P30 Guía De Instrucciones página 23

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 26
BEDIENINGSAANWIJZING
1. Voor de oscilloscoop, steekt u de BNC-connector in de CH1-aansluiting
van een oscilloscoop met een minimum ingangsimpedantie van 1MΩ.
Voor gebruik bij motorvoertuigen, sluit u eerst de meegeleverde adapter
aan op de BNC-aansluiting en steekt u vervolgens de "GND"-stekker
van de adapter in de COM-aansluiting en de andere stekker van de
adapter in de V-Ω stekker van een multimeter met een minimum
ingangsimpedantie van 10MΩ.
2. Indien de te meten stroom een AC-stroom is, zet u de bereikschakelaar
in de bereikpositie 30A. Indien de te meten stroom een DC-stroom is,
zet u de bereikschakelaar in de bereikpositie 30A.
Het LED-lampje is een spanningsindicator. Indien deze LED niet gaat
branden, is de batterij laag en moet zij onmiddellijk worden vervangen,
zo niet kan het resultaat van de meting foutief zijn.
3. Tijdens het meten van de AC-stroom, zal de stroomtang een AC-
spanning leveren; en tijdens het meten van DC-stroom zal de
stroomtang een DC-spanning leveren.
Zet de multimeter of oscilloscoop in een correcte functie zodat de
multimeter of oscilloscoop de uitgangsspanning van de stroomtang
correct en nauwkeurig meten.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de multimeter of oscilloscoop
om de bedieningsaanwijzingen van de multimeter of oscilloscoop te
vinden.
4. Vóór het meten van DC-stroom moet u de nulaanpassing uitvoeren
met het instelwiel op de stroomtang tot de uitgangsspanning van de
stroomtang (aangegeven op de display van de multimeter of
oscilloscoop) gelijk is aan nul.
Opmerking: Zorg dat de stroomtang verwijderd is van onder spanning
staande stroomgeleiders terwijl de nulaanpassing wordt gemaakt.
5. Druk op de trigger van de stroomtang en plaats de klemmen rond de
stroomgeleider die moet worden getest. Zorg dat de klemmen perfect
gesloten zijn.
Opmerking:
Er mag telkens maar één stroomgeleider vastgeklemd worden. Nooit
twee of meer stroomgeleiders vastklemmen. De stroomgeleider moet in
het midden van de klemmen worden geplaatst en loodrecht op de
stroomtang staan.
6. Lees de spanning af op de display van de multimeter of oscilloscoop.
Bereken vervolgens de stroom van de stroomgeleider met de formule:
(In deze formule, is I de stroom van de stroomgeleider, aflezing is de
spanningaanduiding van de multimeter of oscilloscoop, gevoeligheid is de
uitganggevoeligheid van de stroomtang.)
Opmerking:
1. Breng geen spanning op de BNC-aansluiting of uitgangstekkers van de
stroomtang.
2. Voor DC-stroommetingen geeft de display van de multimeter of
oscilloscoop ook de richting aan van de stroom die gemeten wordt.
Een positieve aflezing - geeft aan dat de stroomrichting van de
voorkant naar de achterkant van de stroomtang gaat.
(Tip: Stroomrichting is het tegenovergestelde van de
elektronenrichting.)
3. Bij het meten van DC-stroom hoger dan 15A met deze stroomtang,
moet u de stroomtang nulstellen en vervolgens de meting opnieuw
uitvoeren als er een groot verschil is tussen de aflezingen van twee
opeenvolgende metingen.
4. In geval van een DC-stroommeting, kan er een hysteresis-effect
optreden waardoor het onmogelijk is om de stroomtang juist nul te
stellen. Om dit effect te elimineren, moet u de klemmen
verschillende keren openen en sluiten en aan het instelwiel voor
nulaanpassing draaien.
Het is men name onmogelijk om de stroomtang nul te stellen nadat u
per ongeluk veel meer dan 30A DC gemeten heeft in het 30A DC-
bereik. In dit geval klemt u de klemmen in de omgekeerde richting op
de stroomgeleider om de stroomtang correct nul te stellen.
NU-720.P30_0617 OK.indd 23
I = aflezing
Gevoeligheid
23
03/07/2017 11:52:24

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido