GYS ENERGY STATION Manual De Instrucciones página 45

Vertaling van de originele handleiding
AFWIJKINGEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
AFWIJKING
Het voertuig start niet.
1
Er verschijnen grote vonken op
het moment dat de klemmen de
accu van de auto aanraken.
2
De interne accu's zijn opgeladen, de
opstartspanning is correct maar het
3
voertuig start niet.
Het rode ledlampje knippert (na 24
uur opladen).
1
De oranje en groene ledlampjes
knipperen om de beurt tijdens het
opladen.
2
Het oranje ledlampje knippert langer
dan 3 uur en wordt niet groen.
Geen enkel ledlampje gaat branden.
4
In de 24V modus knipperen het oranje
en groene laadlampje abnormaal
5
Na op de testknop gedrukt te hebben,
gaat geen enkel lampje branden.
1
2 ledlampjes knipperen afwisselend
2
ENERGY STATION
OORZAKEN
De interne accu's zijn ontladen.
U heeft meerdere startpogingen ge-
daan zonder een pauze.
Spanningsfout.
Spanningsfout.
Polariteitomwisseling
Probleem voertuig (gelijkrichter, star-
ter, gloeibougies...)
De accu laadt niet op of de spanning
stijgt niet voldoende.
Thermische beveiliging van de la-
der.
De accu is gesulfateerd of zeer leeg.
De zekering is gesmolten : overbelas-
ting op de netspanning.
Geen accu.
Polariteitsomwisseling van de accu's.
Probleem met de netspanning.
Om een externe accu van 24V op te
laden heeft de Energy Station 2 in-
terne accu's nodig om te functioneren.
Het apparaat is aangesloten op de
netspanning en de laad-schakelaar
staat op aan.
Geen accu.
De spanning van de accu is te laag.
De test actualiseert zichzelf iedere 0.5
seconden. De accuspanning bevindt
zich op de grens.
OPLOSSINGEN
Controleer de staat van de interne ac-
cu's door op de testknop te drukken.
Laad deze indien nodig weer op.
Wacht 3 minuten tussen 2 opstartpo-
gingen. Het opstarten mag niet langer
dan 7 seconden duren.
Controleer of de gekozen opstartspan-
ning overeenkomt met de accuspan-
ning van het voertuig.
Controleer of de aansluitingen en
de startspanning wel overeenko-
men met de gekozen spanning.
Sluit de rode kabel aan op de (+)
pool en de zwarte kabel op de (-)
pool van de accu.
Neem contact op met een professio-
nele reparateur.
Controleer of de klemmen goed
aangesloten zijn op de polen van de
accu. Maak de polen schoon en start
opnieuw op. Als het rode ledlamp-
je opnieuw knippert zijn uw accu's
beschadigd.
Wacht enkele minuten (5 tot 10
minuten) om het apparaat
laten afkoelen. Het opladen begint
automatisch weer zodra de tem-
peratuur voldoende gedaald is.
De oplader detecteert de aanwezi-
gheid van een gesulfateerde of diep
ontladen accu. De oplader zal probe-
ren de accu te herstellen met behulp
van een speciale laadcyclus van 24
uur.
Vervang de zekering. Controleer uw
netspanning.
De oplader detecteert geen accu of
uw accu is niet meer te herstellen
(spanning >0,5V).
Sluit de rode kabel aan op de (+) pool
en de zwarte kabel op de (-) pool van
de accu.
Controleer uw netspanning.
Plaatsen van de ontbrekende interne
accu(s).
Zet het apparaat uit (laad-schakelaar
op 0) of koppel het apparaat los van
de 230V netspanning. Druk opnieuw
op de testknop.
Controleer de aansluitingen van de in-
terne accu (klemmen....)
In deze modus wordt de lader gevoed
via de te testen accu. Als de spanning
van de accu te laag is (<6V), zal geen
enkel ledlampje gaan branden.
Neem, bij het opnemen van het resul-
taat, het minst gunstige geval.
NL
te
45