Onderhoud
Attentie! Koppel, voor ieder onderhoud, eerst de
wasemkap van het elektriciteitsnet af door de stekker weg
te trekken of door de hoofdschakelaar van de woning uit
te schakelen.
Schoonmaak
De kap moet regelmatig schoon gemaakt worden, zowel
binnen als buiten (tenminste met dezelfde regelmaat waarmee
de vetfilters gereinigd worden). Gebruik voor het reinigen een
doek die u vochtig maakt met een beetje neutraal vloeibaar
reinigingsmiddel. Gebruik geen producten die schuurmiddelen
bevatten.
GEEN ALCOHOL GEBRUIKEN!
Attentie: Als u deze aanwijzingen m.b.t. reiniging van het
apparaat en vervanging resp. reiniging van de filters niet
opvolgt, kan dat tot brand leiden. Deze aanwijzingen beslist
opvolgen!
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade aan de motor of
schade t.g.v. brand die het gevolg zijn van ondeskundig
onderhoud of niet opvolgen van de bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Paneel
afb. 13 - 16
Reinig het paneel voor de omtrek zuiging even vaak als het
vetfilter, gebruik een doek en een niet te geconcentreerd
vloeibaar reinigingsmiddel. Gebruik geen producten die
schuurmiddelen bevatten.
Vetfilter
afb. 14-16
Houdt de vetdeeltjes vast.
Moet eenmaal per maand worden gereinigd (of als de
aanwijzer verzadigde filters – indien aanwezig op het model in
Uw bezit – deze noodzaak aangeeft) met neutrale
reinigingsmiddelen, met de hand of in de vaatwasmachine op
lage temperaturen en met een kort programma. Door hem in
de vaatwasmachine te wassen kan het metalen vetfilter
ontkleuren, maar dit is niet van invloed op de eigenschappen,
die beslist niet veranderen.
Om het vetfilter te demonteren trekt u aan de veerbelaste
ontgrendelingshandgreep.
Koolstoffilter (alleen voor filterend apparaat)
afb. 15
Houdt de lastige kookgeuren vast.
De verzadiging van de koolstoffilter vindt plaats na een min of
meer geprolongeerd gebruik en hangt af van het soort koken
en de regelmaat waarmee de vetfilter wordt gewassen. In
ieder geval moet de filter minstens om de 4 maanden (of als
de aanwijzer verzadigde filters – indien aanwezig op het
model in Uw bezit – deze noodzaak aangeeft) vervangen
worden. Het kan NIET gewassen of opnieuw gebruikt worden
Verwijder de vetfilter(s).
Monteer de filters ter afdekking van de motor.
Controleer of de pinnen R op het kanaal overeenkomen met
de openingen S; draai vervolgens naar rechts tot het
vergrendeld is.
Ga voor demontage in omgekeerde volgorde te werk.
Breng de vetfilter(s) weer aan.
Vervanging lampjes
afb. 1-12-16
Sluit de stroom af.
Attentie! Alvorens de lampjes aan te raken controleer eerst of
ze koud zijn.
Vervanging van de centrale lampen
1. haal de bescherming weg door het op te lichten met een
kleine schroevendraaier of iets dergelijks.
2. Vervang het kapotte lampje.
Gebruik alleen halogeenlampjes van 12V -20W max - G4,
en zorg ervoor dat u hen niet met de blote hand aanraakt.
3. Sluit de lampenkap weer (klikt op zijn plaats).
Vervanging van de zijlampen.
Vervang het kapotte lampje.
Gebruik alleen halogeen kaarslampjes E14 28W, Ø35mm.
Als de verlichting niet werkt, controleer dan of de lampjes
goed op hun plaats zitten alvorens de assistentiedienst te
bellen.
29