Ingebruikname - REMS Hydro-Swing 22V Instrucciones De Servicio

nld
1.5. Afmetingen
l × b × h (mm)
REMS Hydro-Swing 22 V
met glijstukdrager
1.6. Gewichten
REMS Hydro-Swing 22 V
met glijstukdrager, zonder accu
Buigsegmenten Swing van – tot
Accu Li-ion 21,6 V, 1,5 Ah
Accu Li-ion 21,6 V, 2,5 Ah
Accu Li-ion 21,6 V, 5,0 Ah
Accu Li-ion 21,6 V, 9,0 Ah
1.7. Geluidsinformatie
REMS Hydro-Swing 22 V
1.8. Trillingen
Gemeten effectieve waarde bij het aanzetten
De aangegeven trillingsemissiewaarde werd volgens een genormaliseerde
testmethode gemeten en kan voor vergelijking met een ander elektrisch gereed-
schap worden gebruikt. De aangegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een inleidende schatting van de blootstelling.
VOORZICHTIG VOORZICHTIG
De trillingsemissiewaarde kan tijdens het daadwerkelijke gebruik van het
elektrische gereedschap afwijken van de opgegeven waarde, naargelang de
wijze waarop het elektrische gereedschap wordt gebruikt. Afhankelijk van de
feitelijke gebruiksomstandigheden (intermitterend) kan het noodzakelijk zijn
veiligheidsmaatregelen te nemen voor bescherming van de gebruiker.

2. Ingebruikname

VOORZICHTIG VOORZICHTIG
Voordat REMS Hydro-Swing 22 V na een langere opslagduur weer in gebruik
wordt genomen, moet eerst het overdrukventiel in werking worden gesteld door
op de terugstelknop (1) te drukken. Indien het ventiel vastzit of stroef beweegt,
mag niet worden gebogen. REMS Hydro-Swing 22 V moet dan voor controle
worden ingediend bij een geautoriseerde REMS klantenservice.
2.1. Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
Let op de netspanning! Voordat de aandrijfmachine, het snellaadapparaat of
de spanningsbron wordt aangesloten, dient te worden gecontroleerd of de
spanning die op het typeplaatje is aangegeven, overeenkomt met de netspan-
ning. Op bouwplaatsen, in vochtige omgevingen, in binnen- en buitenruimten
of bij soortgelijke opstellingen mag het elektrische gereedschap uitsluitend op
het net worden aangesloten via een aardlekschakelaar die de stroomtoevoer
onderbreekt zodra de lekstroom naar de aarde gedurende 200 ms de 30 mA
overschrijdt.
Accu's (Fig. 1)
Diepontlading door onderspanning
Een minimumspanning mag bij accu's Li-ion niet worden onderschreden, omdat
anders de accu (2) door diepontlading kan worden beschadigd, zie trapsge-
wijze indicatie van de laadtoestand (3). De cellen van de REMS accu's Li-ion
zijn bij afl evering ca. 40 % voorgeladen. Daarom moeten de accu's Li-ion vóór
gebruik geladen en daarna regelmatig bijgeladen worden. Als dit voorschrift
van de cellenfabrikant niet in acht wordt genomen, kan de accu Li-ion door
diepontlading worden beschadigd.
Diepontlading door opslag
Als een relatief weinig geladen accu Li-ion wordt opgeslagen, kan deze bij een
langere opslag door zelfontlading diepontladen raken en zo beschadigd worden.
Accu's Li-ion moeten daarom voor de opslag worden geladen en vervolgens
om de zes maanden bijgeladen en vóór nieuwe belasting nogmaals worden
opgeladen.
LET OP LET OP
Voor gebruik de accu laden. Li-ionaccu's dienen regelmatig te worden
bijgeladen, om diepontlading te voorkomen. Bij diepontlading wordt de
accu beschadigd.
Gebruik voor het opladen van de REMS accu alleen goedgekeurde REMS
snellaadapparaten, zie 1.4. Elektrische gegevens. Nieuwe en langere tijd niet
gebruikte accu's Li-ion bereiken pas na meerdere laadbeurten hun volledige
capaciteit.
Machinetoestandscontrole voor REMS Hydro-Swing 22 V
REMS Hydro-Swing 22 V is uitgerust met een elektronische machinetoestands-
controle met indicatie van de laadtoestand (4) door middel van een 2-kleurige
led (groen/rood). De led brandt groen, als de accu volledig of nog voldoende
geladen is. De led brandt rood, als de accu (2) moet worden geladen. Als deze
toestand tijdens het buigen optreedt en de buiging niet voltooid is, moet de
buiging met een geladen accu Li-ion worden voltooid. Als de aandrijfmachine
niet gebruikt wordt, gaat de led na ca. 2 uur uit. Wanneer de aandrijfmachine
opnieuw wordt ingeschakeld, begint de led weer te branden.
525 × 250 × 85 (20,7" × 9,8" × 3,3")
3,2 kg (7,1 lb)
0,06 – 0,3 kg (0,13 – 0,7 lb)
0,4 kg (0,9 lb)
0,4 kg (0,9 lb)
0,8 kg (1,8 lb)
1,1 kg (2,4 lb)
L = 81 dB(A) L = 92 dB(A) K = 3 dB(A)
pA WA
< 2,5 m/s² K = 1,5 m/s²
Trapsgewijze indicatie van de laadtoestand van de accu's Li-ion 21,6 V
De trapsgewijze indicatie geeft de laadtoestand (3) van de accu's met 4 leds
aan. Na een druk op de knop met het batterijsymbool (5) licht gedurende enkele
seconden ten minste één led op. Hoe meer leds groen branden, hoe hoger
de laadtoestand van de accu's is. Indien een led rood knippert, moet de accu
worden geladen.
Snellaadapparaten
Als de netstekker ingestoken is, brandt het linker controlelampje continu groen.
Wanneer een accu in het snellaadapparaat gestoken is, geeft een groen knip-
perend controlelampje aan dat de accu geladen wordt. Brandt dit controlelampje
continu groen, dan is de accu opgeladen. Knippert een controlelampje rood,
dan is de accu defect. Brandt een controlelampje continu rood, dan ligt de
temperatuur van het snellaadapparaat en/of de accu buiten het toelaatbare
werkbereik van het snellaadapparaat van 0 °C tot +40 °C.
LET OP LET OP
De snellaadapparaten zijn niet geschikt voor gebruik in openlucht.
2.2. REMS Hydro-Swing 22 V (fi g. 1 – 3)
Plaats de glijstukdrager (6) zo op de buigaandrijving (7), dat de glijstukken (8)
voor de gewenste buisgrootte in de richting van de aandrukzuiger (9) liggen.
De glijstukken (8) zijn met de buisgrootte gemarkeerd. Bevestig de glijstukdrager
(6) met de vleugelschroef (10). Kies het buigsegment (11) dat bij de buisgrootte
past. Lijn de buigaandrijving (7) zodanig op het vierkant van de aandrukzuiger
(9) uit, dat het buigsegment (11) op het vierkant kan worden gestoken. De
buigaandrijving (7) is ca. 360° draaibaar. Hierdoor kan de veiligheidstipscha-
kelaar (12) naar behoefte worden gepositioneerd ten opzichte van het buig-
segment (11) en de glijstukdrager (6).
3. Bedrijf
3.1. REMS Hydro-Swing 22 V (fi g. 1 – 3)
VOORZICHTIG VOORZICHTIG
Voordat REMS Hydro-Swing 22 V na een langere opslagduur weer in gebruik
wordt genomen, moet eerst het overdrukventiel in werking worden gesteld door
op de terugstelknop (1) te drukken. Indien het ventiel vastzit of stroef beweegt,
mag niet worden gebogen. REMS Hydro-Swing 22 V moet dan voor controle
worden ingediend bij een geautoriseerde REMS klantenservice.
Betrouwbaarheid
Bij REMS Hydro-Swing 22 V wordt de buigbewerking beëindigd door de veilig-
heidstipschakelaar (12) los te laten. Indien tijdens het buigen de buigkracht te
hoog wordt of de aandrukzuiger (9) de eindaanslag bereikt, gaat een overdruk-
ventiel open om beschadiging van REMS Hydro-Swing 22 V te voorkomen.
Arbeidsveiligheid
Voor de arbeidsveiligheid is de aandrijfmachine uitgerust met een veiligheidstip-
schakelaar (12). Hiermee kan de aandrijfmachine te allen tijde, en met name
bij gevaar, direct worden stilgezet. De aandrijfmachine kan in elke stand naar
terugloop worden omgeschakeld.
Werkproces
Draai de glijstukken (8) zodanig, dat de voor de buisgrootte passende radius
zich aan de zijde van het glijstuk bevindt die naar het buigsegment (11) is
gericht. Leg de buis tussen het buigsegment (11) en het glijstuk (8). Houd
REMS Hydro-Swing 22 V vast aan de schakelaargreep (14) en houd de veilig-
heidstipschakelaar (12) ingedrukt, tot de buis de gewenste buighoek heeft
bereikt. Laat de veiligheidstipschakelaar (12) los. Houd de terugstelknop (1)
ingedrukt om het buigsegment (11) weer in de uitgangspositie te brengen.
Verwijder de buis.
LET OP LET OP
De buigsegmenten (11) en glijstukken (8) van REMS Hydro-Swing 22 V zijn
van glasvezelversterkt polyamide. Deze kunststof heeft bijzonder goede glijei-
genschappen, is hoogvast en warmtebestendig tot ca. 150°C. Uitgegloeide
koperen buizen moeten tot onder deze temperatuur afgekoeld zijn.
Voor het buigen van roestvaste stalen buizen en C-stalen buizen moeten de
buigsegmenten van aluminium Ø 15, 18, 22 mm worden gebruikt, zie fi g. 2.
Machinetoestandscontrole
REMS Hydro-Swing 22 V is uitgerust met een elektronische machinetoestands-
controle met indicatie van de laadtoestand (4) door middel van een 2-kleurige
led (groen/rood). De led brandt groen, als de accu volledig of nog voldoende
geladen is. De led brandt rood, als de accu moet worden geladen. Als deze
toestand tijdens het buigen optreedt en de buiging niet voltooid is, moet de
buiging met een geladen accu Li-ion worden voltooid. Als de aandrijfmachine
niet wordt gebruikt, gaat de led na ca. 2 uur uit. Wanneer de aandrijfmachine
opnieuw wordt ingeschakeld, begint de led weer te branden.
Trapsgewijze indicatie van de laadtoestand van de accu's Li-ion 21,6 V
De trapsgewijze indicatie geeft de laadtoestand (3) van de accu's met 4 leds
aan. Na een druk op de knop met het batterijsymbool (5) licht gedurende enkele
seconden ten minste één led op. Hoe meer leds groen branden, hoe hoger
de laadtoestand van de accu's is. Indien een led rood knippert, moet de accu
worden geladen.
nld
29