Tijdelijke Begrenzingen; Regelstrategieën; Seriële Standaard Cascade; Seriële Geoptimaliseerde Cascade - Bosch MC 400 Manual De Instalación Para El Técnico

Ocultar thumbs Ver también para MC 400:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 24
2.2.2

Tijdelijke begrenzingen

Wanneer meer vermogen nodig is dan een warmtebron kan leveren of de
temperatuur onder de streeftemperatuur
schikbare warmtebron pas na een gedefinieerde tijd
ingeschakeld.
Na het starten van een volgende warmtebron wacht de module
1½ minuut, tot een volgende vermogensverhoging plaatsvindt. Dit voor-
komt te hoog doorschieten van de temperatuur.
Dit basisprincipe geldt voor de functies met codering 1 t/m 4 en 8 t/m 9.
De module regelt bij deze functies altijd op de insteltemperatuur in het
systeem en de getolereerde onder- en overtemperatuur dient als scha-
kelverschil voor de warmtebron.
2.3
Regelstrategieën
2.3.1
Seriële standaard cascade
De aangesloten warmtebronnen/modules worden conform de bedrading
in- of uitgeschakeld.
Bijvoorbeeld de warmtebron op aansluitstekker BUS1 wordt als eerste,
de warmtebron op aansluitstekker BUS2 als tweede enzovoort bijge-
schakeld.
Wanneer de warmtebronnen worden uitgeschakeld, is de volgorde om-
gekeerd. De warmtebron, die als laatste werd ingeschakeld, wordt als
eerste weer uitgeschakeld.
De regeling houdt er daarbij rekening mee, dat het vermogen bij het in- of
uitschakelen van een warmtebron sprongsgewijs toe- of afneemt.
2.3.2
Seriële geoptimaliseerde cascade
Doel van deze regelstrategie is, de warmteproducenten met zo gelijk mo-
gelijke branderlooptijden te gebruiken.
De aangesloten warmtebronnen/modules worden conform de brander-
looptijd in- of uitgeschakeld. De branderlooptijden worden elke 24 uur
vergeleken en de volgorde wordt dan opnieuw bepaald.
De warmtebron met de kortste branderlooptijd wordt als eerste, die met
de langste branderlooptijd als laatste, ingeschakeld.
Wanneer de warmtebronnen worden uitgeschakeld, is de volgorde om-
gekeerd. De warmtebron, die als laatste werd ingeschakeld, wordt als
eerste weer uitgeschakeld.
De regeling houdt er daarbij rekening mee, dat het vermogen bij het in- of
uitschakelen van een warmtebron sprongsgewijs toe- of afneemt.
2.3.3
Seriële cascade met pieklastafdekking
Deze regelstrategie is zinvol, wanneer de warmtevraag over langere
termijn gelijkmatig is (basisbelasting) maar kortstondig hoger is
(piekbelasting).
De warmtebronnen op de aansluitklemmen BUS1 en BUS2 dekken daar-
bij de basisbelasting af. De warmtebronnen op de aansluitklemmen
BUS3 en BUS4 worden bijgeschakeld, om de energiebehoefte bij piek-
belasting af te dekken.
De warmtebronnen op de aansluitklemmen BUS3 en BUS4 worden bij-
geschakeld, wanneer de gevraagde aanvoertemperatuur tot boven een
instelbare grenswaarde toeneemt of wanneer de buitentemperatuur een
instelbare grenswaarde onderschrijdt.
Wanneer de warmtebronnen worden uitgeschakeld, is de volgorde om-
gekeerd. De warmtebron, die als laatste werd ingeschakeld, wordt als
eerste weer uitgeschakeld.
De regeling houdt er daarbij rekening mee, dat het vermogen bij het in- of
uitschakelen van een warmtebron sprongsgewijs toe- of afneemt.
1) Toegestane ondertemperatuur, instelbereik 0-10 K, fabrieksinstelling 5 K
(wordt bij vermogensregeling niet gebruikt)
2) Opstartvertraging slave-toestel, instelbereik 0-15 minuten, fabrieksinstelling
6 minuten
MC 400 – 6720890243 (2018/12)
1)
is, wordt de volgende be-
2)
door de module
2.3.4

Parallelle cascade

Deze regelstrategie moet worden gebruikt, wanneer de warmtebronnen
een gelijksoortige modulatiegraad hebben.
Wanneer op een bijgeschakeld toestel 68 % van het vermogen is bereikt,
wordt de volgende bijgeschakeld.
De warmtebronnen worden zo met ongeveer dezelfde branderlooptijden
gebruikt, omdat in de regel daarbij alle warmtebronnen tegelijkertijd in
gebruik zijn. Wanneer alle warmtebronnen ingeschakeld zijn, worden
deze allen in dezelfde mate modulerend aangestuurd.
2.3.5

Vermogensregeling

Deze regelstrategie wordt gebruikt, wanneer de cv-installatie via een ge-
bouwautomatiseringssysteem met een 0-10 V-regelaaruitgang wordt
geregeld.
Het inschakelverschil ligt bij 0,5-1,0 V:
P / %
100
10
0,5
1
Afb. 43 Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en gevraagde
vermogen P (in procenten gerelateerd aan het maximale vermo-
gen van de installatie)
De aangesloten warmtebronnen worden overeenkomstig het gevraagde
vermogen conform de codering van de module net zoals bij serieel stan-
daard cascade of serieel geoptimaliseerde cascade in- en uitgeschakeld.
2.3.6

Aanvoertemperatuurregeling

Deze regelstrategie wordt gebruikt, wanneer de cv-installatie via een
gebouwautomatiseringssysteem met een 0-10 V-regelaaruitgang wordt
geregeld.
Het inschakelverschil ligt bij 1,0-1,5 V:
/ °C
90
20
1
1,5
Afb. 44 Lineaire relatie tussen 0-10 V-signaal (U in Volt) en gevraagde
aanvoertemperatuur  (in °C gerelateerd aan het bereik mini-
male aanvoertemperatuur tot maximale aanvoertemperatuur
[basisinstelling 20 °C tot 90 °C])
De aangesloten warmtebronnen worden overeenkomstig de gevraagde
aanvoertemperatuur conform de codering van de module net zoals bij
seriële standaard cascade of seriële geoptimaliseerde cascade in- en uit-
geschakeld.
Productinformatie
U / V
10
0010013227-002
U / V
10
0 010 013 228-001
75

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido