Tracheacanules worden als instrumenten met holle ruimtes beschouwd. Daarom moet men er tijdens
een desinfectie of reiniging met name op letten dat de canule volledig door de gebruikte oplossing is
bevochtigd en doorgankelijk is (zie afb. 6).
De voor de reiniging en desinfectie gebruikte oplosmiddelen moet altijd opnieuw worden gemaakt.
1. Reiniging
Fahl
-tracheacanules moeten overeenkomstig de individuele behoeften van de patiënt regelmatig
®
worden gereinigd/vervangen.
Gebruik reinigingsmiddelen alleen als de canule zich buiten de tracheostoma bevindt.
Voor het schoonmaken van de canules kan een mild, pH-neutraal wasmiddel worden gebruikt. Wij
adviseren het speciale canulereinigingspoeder (ref. 31110) te gebruiken volgens de aanwijzingen van
de fabrikant.
Reinig de Fahl
-tracheacanules in geen geval met reinigingsmiddelen die niet door de fabrikant van
®
de canules zijn goedgekeurd. Gebruik in geen geval agressieve huishoudelijke reinigingsmiddelen,
middelen met een hoog alcoholpercentage of middelen voor het reinigen van tandprothesen.
Er bestaat acuut gevaar voor de gezondheid! Bovendien kunt u daarmee de canule vernielen of
NL
beschadigen.
Overeenkomstig de individuele behoefte van de patiënt, die na onderzoek door uw arts moet worden
bepaald, kan het noodzakelijk zijn de tracheacanule gedurende ten minste 5 minuten in kokend water
(100 °C/ 212 °F) te leggen; de maximale tijdsduur is 10 minuten.
WAARSCHUWING
Laat de canule/button vóór het verdere gebruik afkoelen om brandwonden te vermijden.
Reinigingsstappen
Vóór het reinigen moeten eventueel ingestoken hulpmiddelen worden verwijderd.
Spoel de canule eerst grondig onder stromend water (zie afb. 7).
Gebruik alleen ruim lauwwarm water om de reinigingsoplossing voor te bereiden en neem de
gebruiksaanwijzing bij het reinigingsmiddel in acht.
Om het reinigen te vergemakkelijken, raden wij het gebruik van een canulereinigingsdoos met
zeefinzetstuk (ref. 31200) aan.
Pak daarbij het zeefinzetstuk boven aan de rand vast om contact met en verontreiniging van de
reinigingsoplossing te voorkomen (zie afb. 8).
Leg altijd slechts één canule in het zeefinzetstuk van de canulereinigingsdoos. Als er meerdere canules
tegelijk worden gereinigd worden, bestaat het risico dat de canules te sterk samengedrukt en daardoor
beschadigd worden.
Na afloop van de inwerktijd (zie gebruiksaanwijzing canulereinigingspoeder) wordt de canule een aantal
keer grondig afgespoeld met handwarm, schoon water (zie afb. 7). Er mogen zich geen restanten van het
reinigingsmiddel op de canule bevinden als deze in de tracheostoma wordt ingebracht.
Indien nodig, bijvoorbeeld wanneer hardnekkige en taaie secreetresten niet door het reinigingsbad konden
worden verwijderd, is een extra reiniging mogelijk met een speciale reinigingsborstel (OPTIBRUSH
,
®
REF 31850 of OPTIBRUSH
Plus met vezeltip, REF 31855). De reinigingsborstel mag alleen worden
®
gebruikt als de canule is verwijderd en zich reeds buiten de tracheostoma bevindt.
Breng de canulereinigingsborstel altijd vanaf de canulepunt in de canule in (zie afb. 9).
Gebruik deze borstel volgens de gebruiksaanwijzing en ga daarom zeer voorzichtig te werk om het
zachte canulemateriaal niet te beschadigen.
Spoel de tracheacanule onder lauwwarm, stromend water of met een steriele kookzoutoplossing
(0,9%-NaCl-oplossing) zorgvuldig af.
Na het nat reinigen moet de canule met een schone en pluisvrije doek goed worden afgedroogd.
In geen geval mag u canules gebruiken die niet meer goed functioneren of die schade bijv. scherpe
kanten of scheuren vertonen, omdat daardoor het slijmvlies in de luchtpijp beschadigd zou kunnen
worden. Is schade zichtbaar, dan moet de canule worden weggegooid.
2. Handleiding voor chemische desinfectie
Het is mogelijk de Fahl
-tracheacanules met speciale chemische desinfectiemiddelen koud te
®
desinfecteren.
Desinfectie dient plaats te vinden wanneer de behandelend arts dit op grond van het specifieke
ziektebeeld voorschrijft of wanneer de desbetreffende verzorgingssituatie hierom vraagt.
Een desinfectie zal doorgaans nodig zijn ter vermijding van kruisbesmetting en bij gebruik op afdelingen
(bijvoorbeeld in klinieken, verzorgingstehuizen en/of andere gezondheidszorginstellingen) om
infectierisico's te beperken.
VOORZICHTIG!
Een eventueel noodzakelijke desinfectie moet altijd vooraf gegaan worden door een grondige
reiniging.
43