- NL -
Plaatsen en aansluiten
W A A R S C H U W I N G
Dood of zware verwondingen door gevaarlijke elektrische spanning!
• Voordat u in het water grijpt, moet u eerst de netspanning van alle apparaten die zich in het water bevinden uitscha-
kelen.
• De netspanning uitschakelen voordat er aan het apparaat mag worden gewerkt.
W A A R S C H U W I N G
Dood of zware verwondingen door gevaarlijke elektrische spanning bij toepassing van het apparaat in een zwemvijver.
• Apparaat nooit in een zwemvijver toepassen.
Gebruik het apparaat in de vijver
C
• Gebruik het apparaat nooit in een Zwemvijver
• Apparaat uitsluitend onder de waterspiegel gebruiken!
• Het apparaat mag uitsluitend met een filterkorf worden gebruikt.
• Zorg er voor dat het apparaat stevig staat.
O P M E R K I N G
Bij het aanvoeren van zeer modderig water kan de rotor van de pomp eventueel sneller verslijten en moet deze vroeg-
tijdig vervangen worden.
Oplossing:
• De vijver of het bekken grondig reinigen alvorens de pomp op te stellen.
• De pomp ca. 200 mm boven de vijverbodem opstellen om het aanzuigen van modderig water te vermijden.
Zo gaat u te werk:
E
1. Het trapsgewijze slangmondstuk met wartelmoer en afdichting op de uitgang schroeven.
2. Schuif de slangklem over de slang, steek de slang op de slangtule en zet deze vast met de slangklem.
Apparaat droog plaatsen
D
• Zwemvijver of bassin, waarin zich personen kunnen bevinden:
– Het apparaat ten minste 2 m van het water af opstellen.
• Het apparaat niet aan direct direct zonlicht blootstellen.
• Zorg er voor dat het apparaat stevig staat.
Zo gaat u te werk:
F
1. Schroeven ter bevestiging van de filterkorf verwijderen en filterkorf afnemen.
2. De slangtule met wartelmoer en afdichting op de ingang schroeven.
3. Schuif de slangklem over de slang, steek de slang op de slangtule en zet deze vast met de slangklem.
4. De slangtule met wartelmoer en afdichting op de uitgang schroeven.
5. Schuif de slangklem over de slang, steek de slang op de slangtule en zet deze vast met de slangklem.
6. Apparaat met schroeven (niet bij de levering inbegrepen) op een geschikte ondergrond bevestigen.
O P M E R K I N G
Aanbevelingen voor slangen en buizen:
• Tot 5 m lengte 50 mm (2 ") slangtules en slangen gebruiken.
• Vanaf 5 m lengte, DN 75 of DN 100 buizen gebruiken.
30