TABLE 1: Minimaal vereiste vrije valruimte
Maximale
stopafstand van
zelfoprollende
vallijn
1,4 m
het gebouw of de grond te voorkomen. Raadpleeg uw type gebruik om de toepasbare waarde
(H) te bepalen, inclusief een veiligheidsafstand van 1 meter.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN:
Zelfoprollende vallijnen moeten verticaal verankerd worden om de nauwkeurigheid van
de berekening van de vrije valruimte en gerelateerde informatie te borgen.
Het is belangrijk te begrijpen dat andere factoren, zoals of de gebruiker werk uitvoert in
een staande, gebukte of liggende positie en/of of de gebruiker direct onder het veranke-
ringspunt werkt of in een hoek, de valafstand kunnen beïnvloeden bij het gebruik van een
oprolmechanisme.
De berekening van de vrije valruimte van zelfoprollende vallijnen gaat ervan uit van
een gebruiker in staande houding. Indien de gebruiker werk uitvoert in een gebukte of
geknielde positie is een aanvullende 0,9m (3 ft.) aan vrije valruimte vereist (zie Diagram
2). Indien de gebruiker werk uitvoert in een liggende positie is een aanvullende 1,5m (5
ft.) aan vrije valruimte vereist (zie Diagram 2).
De berekening van de vrije valruimte van zelfoprollende vallijnen gaat er ook vanuit dat
de gebruiker recht onder het verankeringspunt werkt, waarbij de mogelijkheid op een
slingerval geminimaliseerd wordt. In het geval van een slingerval zal de totale valafstand
groter zijn dan wanneer de gebruiker recht onder het verankeringspunt zou werken (zie
Diagram 3). In sommige gevallen kan het niet mogelijk zijn om recht onder het veran-
keringspunt te werken. In een dergelijk geval moet de gebruiker de afstand van de vrije
valruimte vergroten om het
slingerfactor van de val in betrekking te nemen. In geen enkel geval mag de gebruiker
blootgesteld worden aan een mogelijke slingerval waarbij contact met een ander object
kan optreden (zie diagram 4).
De maximale stopafstand [vrije val + vertraging] verschilt per oprolmechanisme.
Raadpleeg altijd de labels op het specifieke toestel om de maximale stopafstand te be-
palen.
Indien er vragen zijn over het berekenen van de afstand van de vrije valruimte,
6 - INSPECTIE EN ONERHOUD
Periodieke inspectie om de effectiviteit en weerstand van de uitrusting te controleren is es-
sentieel om de veiligheid van de gebruiker te borgen.
De uitrusting moet minstens één keer per jaar geïnspecteerd worden. Een competent per-
soon moet de uitrusting volgens de instructies (zie "Inspectiekaart") inspecteren.
Loop na elke inspectie de volledige kaart na. Inspecties moeten vaker plaatsvinden, zoals
aangegeven door de regelgeving van kracht, indien het toestel vaak of onder zware omstan-
digheden wordt gebruikt (Tabel 2). Het is uw verantwoordelijkheid om deze kaart geactu-
aliseerd te houden en op een veilige plaats te bewaren. Indien er geen items op de identifi-
catiekaart staan zal het product beschouwd worden als niet te zijn onderhouden en zal de
fabrikant geen garantie geven. Controleer dat de productmarkeringen leesbaar zijn.
134
Minimaal vereiste vrije valruimte van werkniveau tot het niveau eronder
Recht onder het verankeringspunt werken
In geknielde/
In staande
positie
2,4 m
neem dan contact op met Honeywell Technical Service:
IS.PPE.TECHSUPPORT.EUROPE@honeywell.com
00 800 33 44 28 03
In liggende
gebukte
positie
positie
3,2 m
3,9 m
NIET recht onder het
verankeringspunt werken
In potentiële
slingerval-positie
Verschilt - aanvullende vrije
valruimte vereist