4. OVERIGE INFORMATIES
CORDONVOET
De cordonvoet is met een vertanding aan de onderkant
uitgevoerd. Dit maakt het uitvoeren van bijzonder nauwe
steken mogelijk, die een gesatineerde optiek opleveren.
De satijnsteek is ook geschikt als alternatief voor de
standaardvoet bij de verwerking van elastische steken.
Nauwe zigzagsteken worden ook wel satijn- of cordonsteken
genoemd. Deze steken zijn bijzonder goed geschikt voor
applicaties en voor het afwerken. Bij de uitvoering van
satijnsteken dient u de draadspanning te verminderen. Om het
twijnen te verkomen, dient u bijvoorbeeld zijdepapier onder
zacht weefsel te leggen.
DUBBELE NAALD (Optioneel)
Met de dubbele naald kunnen twee rijen parallelle steken
worden gerealiseerd, bijv. voor figuurnaden, dubbele
stiksteken en decoratieve steken. Bij het gebruik van dubbele
naalden mag de steek nooit de gemarkeerde steekbreedte
van de dubbele naald overschrijden, onafhankelijk van de
gekozen steek. Anders zullen de naalden breken en de
naaimachine zal kunnen worden beschadigd.
Wij adviseren om uitsluitend Singer 3mm-dubbele naalden
(style 2025) te gebruiken.
Dubbele naalden zijn speciale accessoires.
INRIJGEN VAN DE DUBBELE NAALD
1. Plaats telkens een garenrol op de beide garenrolhouders.
Beide draden zo inrijgen, alsof u een draad zou inrijgen.
Iedere draad door de betreffende naald van voor naar
achter trekken.
2. De onderdraad ophalen, zoals bij het naaien met een
naald. De drie draden tezamen onder het voetje naar de
achterzijde van de machine trekken. Hierbij de draden
ongeveer 15 cm uittrekken.
OPMERKING:
bij het naaien met de dubbele naald
mag de draadinrijger niet worden gebruikt.
Tips:
1. Druk altijd op de dubbele naald-toets voor het
kiezen van een patroon. Daardoor is de mogelijkheid
van het breken van de dubbele naalden uitgesloten.
2. Door het uitschakelen van de naaimachine is de
normale naaimodus weer actief. De dubbele naald-
modus is alleen actief wanneer de dubbele naald-
toets in de kleur rood brandt.
NAALDPOSITIE VOOR DE RECHTE STEEK
Bij de rechte steek zijn 13 verschillende naaldposities
b e s c h i k b a a r . D e n a a l d p o s i t i e w o r d t m e t d e
naaldpositieregelaar ingesteld (zie navolgende afbeelding).
4. SONSTIGE INFORMATIONEN
RAUPENFUß
Der Raupenfuß ist mit einer Verzahnung auf der Unterseite
versehen. Dies ermöglicht die Ausführung von besonders
engen Stichen, die eine satinierte Optik ergeben. Der
Raupenfuß eignet sich auch für die Verarbeitung von
elastischen Stichen, als Alternative zu dem Standardfuß.
E n g e Z i c k z a c k s t i c h e n e n n e n s i c h a u c h S a t i n - o d e r
Raupenstiche. Diese Stiche eignen sich besonders für
Applikationen und zum Riegeln. Bei der Ausführung von
Satinstichen sollten Sie die Fadenspannung reduzieren. Um
das Kräuseln zu vermeiden, unterlegen Sie zartes Gewebe,
z.B. mit Seidenpapier.
ZWILLINGSNADELN (Optional)
Mit den Zwillingsnadeln lassen sich zwei Reihen von parallelen
Stichen erzielen, z.B. für Abnäher, Doppelsteppstiche und
dekorative Stiche. Beim Einsatz von Zwillingsnadeln sollte
der Stich niemals die markierte Zwillingsnadel-Stichbreite
überschreiten, unabhängig von dem gewählten Stich.
Andernfalls werden die Nadeln brechen und die Nähmaschine
könnte beschädigt werden.
Wir empfehlen, ausschließlich Singer 3mm-Zwillingsnadeln
(Style 2025) zu verwenden.
Zwillingsnadeln sind Sonderzubehör.
ZWILLINGSNADELN EINFÄDELN
1. Je eine Garnrolle auf beide Garnrollenhalter einsetzen.
Beide Fäden so einfädeln, als ob Sie einen Faden
einfädeln würden. Jeden Faden durch die entsprechende
Nadel von vorne nach hinten ziehen.
2. Unterfaden heraufholen, wie beim Nähen mit einer
Nadel. Die drei Fäden zusammen unter den Nähfuß zur
Maschinenrückseite ziehen. Dabei die Fäden etwa 15 cm
hinaus ziehen.
HINWEIS:Zum Einfädeln von Zwillingsnadeln kann der
automatische Nadeleinfädler nicht verwendet werden.
Tipps:
1. Betätigen Sie immer die Zwillingsnadeltaste vor der
Auswahl eines Musters. Dadurch ist die Möglichkeit
eines Bruchs der Zwillingsnadeln ausgeschlossen.
2. Durch Ausschalten der Maschine ist der normale
Nähmodus wieder aktiv. Der Zwillingsnadelmodus ist
nur aktiv, wenn die Zwillingsnadeltaste rot leuchtet.
NADELPOSITIONEN FÜR DEN
GERADSTICH
B e i d e m G e r a d s t i c h s t e h e n 1 3 u n t e r s c h i e d l i c h e n
Nadelpositionen zur Verfügung. Die Nadelposition wird mit
dem Nadelpositionsschieber eingestellt (siehe untenstehende
Abbildung).
63