Ambu Oval Plus Silicone Resuscitator Instrucciones De Uso página 137

Opmerking: Bij het gebruik van een hoge beademingsdruk moet de O
hoger worden ingesteld, omdat een deel van het slagvolume afkomstig is van de
drukbegrenzingsklep.
Bij het type voor baby's wordt de zuurstofconcentratie bij gebruik van aanvullende
zuurstof zonder bevestigd reservoir begrensd tot 60-80 % bij 15 l/min.
Zuurstofverrijking van de inspiratoire lucht in geval van spontane
ademhaling
• Met zuurstofreservoirzak of zonder zuurstofreservoir:
Bevestig een masker aan het beademingsapparaat, stel de zuurstofstroom in op
een waarde tussen 2 en 4 l/min en plaats het masker over de mond en de neus van
de patiënt, waarbij u dient te zorgen voor een luchtdichte aansluiting. Als de spon-
tane ademhaling voldoende is, zal een zuurstofconcentratie van nagenoeg 100 %
worden bereikt.
• Met een zuurstofreservoirslang:
Het uiteinde van het beademingsapparaat met het zuurstofreservoir dat normaal
van de patiënt weg gericht is, kan ook worden gebruikt voor zuurstofverrijking van
de inspiratoire lucht in geval van spontane ademhaling. Stel de zuurstofstroom in
op een waarde tussen 2 en 4 l/min en houd het vrije uiteinde van het zuurstofre-
servoir zo dicht mogelijk tegen het hoofd van de patiënt.
De zuurstofconcentratie zal aan het uiteinde van de slang nagenoeg 100 % zijn.
Afhankelijk van de afstand tussen het zuurstofreservoir en het hoofd van de patiënt
zal er aanzienlijk meer of minder inhalatie van omgevingslucht zijn en dit betekent
dat lagere zuurstofconcentraties verwacht moeten worden.
7. Onderdelen/materialen
-stroom
Ballon
2
Patiëntklephuis
O-ring (alleen patiëntkleppen met scharnier)
Patiëntconnector
Expiratoire connector
Aflaatdop (optie)
Klepschijven
Reservoirzak
Kraagmoer
Drukbegrenzingsklep
Uitschakeldop
Connector ballondraagband
Inlaatklepdop
Inlaatklephuis
Dop manometeringang
Inlaatklepdop (Neonate)
Inlaatklephuis (Neonate)
Venster met druksluiting
Reservoirhuis
Adapter voor reservoirzak
Reservoirslang
8. Reiniging/desinfectie/sterilisatie
Reinig, desinfecteer en steriliseer het gehele beademingsapparaat grondig na elk
patiëntgebruik of als het apparaat wordt gebruikt bij een patiënt/in een omgeving
met besmettelijke ziekten.
Siliconenrubber
Polysulfon
Siliconenrubber
Polysulfon
Polypropyleen, versterkt
Polysulfon
Siliconenrubber
Polyethersulfon/polyurethaan
Polypropyleen, versterkt
Polysulfon/roestvrij staal
Siliconenrubber
Polysulfon
Polyoxymethyleen
Polyoxymethyleen
Polypropyleen/EPDM-rubber
Polysulfon
Polysulfon
Polysulfon
Polyoxymethyleen/polypropyleen
Siliconenrubber
Polyethyleen
137