TOEPASSINGSGEBIEDEN
Bij gekombineerde aktie van DRAAIEN en SLAG:
Boren van gaten in harde oppervlakten (beton,
marmer, granief, tegels enz.)
Bij ROTERENDE aktie:
Boren van gaten in metaal, hout en plastiek.
VOOR BEGIN VAN HET WERK
1. Netspanning
Controleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
2. Netschakelaar
Controleren of the entschakelaar op "UIT" staat.
Wanneer de stekker op het net aangesloten is, terwijl
de schakelaar op "AAN" staat, begint het gereedschap
onmiddellijk te draaien, hetwelk ernstig gevaar
betekent.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrien niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van
een verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en
voldoende nominaal vermogen heeft. Het verlengsnoer
moet zo kort mogelijk gehouden worden.
4. Het inzetten van de boor
De boor wordt aangebracht in de boorhouder en de
daarvoor bestemde sleutel gebruikt men voor het
vastdraaien. Voor het vastdraaien van de zijstukken
steekt men de boorhoudersleutel na elkaar in elk van
de drie gaten.
5. De keuze van de juiste boor
Bij boren in beton of steen
Gebruik maken van de boren, die genoemd werden
bij de extra toebehoren.
Bij boren in metaal of kunststof
Gebruik maken van een normale metaalboor.
Bij boren in hout
Gebruik maken van een normale houtboor. Voor gaten
van 6,5 mm of kleiner maakt men gebruik van een
metaalboor.
6. Omschakelen Van een hoog toerental naar een laag
toerental:
Voof het veranderen van toerental moet men ervan
overtuigen dat de schakelaar op UIT staat en de boor
zich niet meer beweegt. Voor het omschakelen drukt
men de vastzetknop in en schuift men in de gewenste
richting, zoals aangeduid wordt in Afb. 1 d.m.v. de
pijl. Het op de kast ingeslagen cijfer "1" betekent
laag toerental, het cijfer "2" betekent een hoog
toerental.
7. Het omschakelen van slagboorfunctie naar normale
boorfunctie: (Afb. 2)
De slagboormachine kan door eenvoudig draaien
ven de stelring omgeschakeld worden van de
slagboorfunctie naar gewone boorfunctie.
Bij boren in beton, steen, tegels, en dergelijke harde
materialen draait men de stelring met de klok mee
tot de aanslag.
De boor slaat tegen het materiaal, terwijl hij
tegelijkertijd draait.
Bij boren in metaal, hout of kunststof draait men de
stelring tegen de klok in tot de aanslag. De
boormachine draait dan als een normale electrische
boormachine.
LET OP
De slagboor niet gebruiken met slagboorfunctie,
wanneer het materiaal met de normale boorfunctie
geboord kan worden. Men vermindert daardoor niet
alleen het vermogen van de boor, de boorpunt kan
tevens beschadigd worden. Bij het omschakelen moet
er op gelet worden, dat de stelring tot aan de aanslag
gedraaid wordt.
8. Het aanbrengen van de handgreep.
Draai de greep van de zijhandgreep los en plaats de
zijhandgreep op de behuizing daar waar het
gemakkelijk is om de boor te gebruiken.
Zorg ervoor dat het beschermingsgedeelte van de
handgreep overeenkomt met de groef op de
achterzijde en draai de greep goed vast.
Draai de greep los en verdraai de zijhandgreep om
deze te verwijderen.
Ga als volgt te werk voor het aanbrengen van een
diepte-stopper: Plaats de stopper in de hexagonale
groef van de zijhandgreep, stel de diepte in
overeenkomstig de gewenste diepte van het te boren
gat en draai de greep goed vast.
PRAKTISCHE WERKWIJZE
1. Druk:
Het boren wordt niet bespoedigd door het uitoefenen
van een sterke druk op de boor. Extra druk leidt tot
een beschadigde boor, een verminderde boorprestatie
en/of kortere levensduur van de boormachine.
2. Het gebruik van een boor met grote diameter:
Hoe groter de boordiameter, des te sterker is de op
de arm terugwerkende kracht. Men moet er op letten,
dat men door deze terugwerkende kracht niet de
macht over de boormachine verliest. Voor een goede
controle is een zekere stand vereist, men moet de
boormachine met beide handen vasthouden en er
voor zorgen, dat de boormachine loodrecht op het
materiaal staat, waarin men boort.
3. Bij het boren door het materiaal:
Wanneer de boor volledig door het materiaal
heenboort, leidt een achteloze hantering dikwijls tot
een afgebroken boor of tot een beschadiging van de
boormachine zelf vanwege de plotselinge beweging
van de boormachine. Men moet er steeds op
voorbereid zijn de druk bij het doorboren van het
materiaal te verminderen.
4. Bediening van de schakelaar:
(1) VTP-16A:
Door het bedienen van de trekschakelaar en het
indrukken van de vergrendeling, wordt de schakelaar
voor doorlopend boren op "AAN" gehouden. Voor
het uitschakelen bedient men opnieuw de
trekschakelaar en laat deze los.
(2) VTV-16:
Het toerental van de boor kan door verandering van
de druk op de drukschakelaar geregeld worden. De
snelheid is gering, wanneer de drukschakelaar slechts
licht ingedrukt is en, wordt verhoogd wanneer de
schakelaar verder ingedrukt wordt. Doorlopend bedrijf
verkrijgt men door het indrukken van de
drukschakelaar
en
vergrendelknop. Voor het uitschakelen drukt men de
drukschakelaar
opnieuw
vergrendelknop los. Na het loslaten keert de
drukschakelaar terug op de oorspronkelijke plaats.
Nederlands
het
indrukken
van
in
en
maakt
de
de
21